Get (CombinatietoetsActivering)

Geeft als resultaat de status van de combinatietoetsen wanneer de scriptactivering BijToetsaanslagObject of BijToetsaanslagLay-out werd geactiveerd.

Opmaak 

Get (CombinatietoetsActivering)

Parameters 

Geen

Resulterend gegevenstype 

getal

Afkomstig uit versie 

10.0

Beschrijving 

Geeft alleen een waarde als resultaat wanneer de functie wordt aangeroepen vanuit een script dat is geactiveerd door een scriptactivering of vanuit een subscript dat is aangeroepen vanaf het geactiveerde script; anders wordt een lege tekenreeks als resultaat gegeven.

  • Raadpleeg Get (ActieveCombinatietoetsen) voor een beschrijving van de waarden die worden toegewezen aan de combinatietoetsen.
  • Raadpleeg de Code functie voor een lijst met navigatietoetsen en de codes die als resultaat worden gegeven voor een script dat is geactiveerd door deze activering.

Er kan wat tijd verstrijken tussen het moment waarop wordt gedrukt op de toetsen die een scriptactivering activeerden en het moment waarop het script vraagt om informatie over de combinatietoetsen. Gebruik Get (ToetsaanslagActivering) en Get (CombinatietoetsActivering) om de toetsen vast te leggen die actief waren op het moment dat de scriptactivering werd geactiveerd. Gebruik Get (ActieveCombinatietoetsen) om actuele toetsen die worden ingedrukt vast te leggen.

Opmerkingen 

  • Windows: met toetsencombinaties met Alt en Ctrl zet u geen scriptactiveringen in werking.
  • macOS: met Command-toetscombinaties zet u geen scriptactiveringen in werking.
  • In FileMaker WebDirect wordt deze functie niet ondersteund en wordt een lege tekenreeks als resultaat gegeven.
  • In FileMaker Go wordt deze functie niet ondersteund en is het resultaat 0.

Voorbeeld 1 

Het volgende voorbeeld geeft alleen een aangepast dialoogvenster weer wanneer de kleine letter "a" wordt ingevoerd:

Kopiëren
If [Get (ToetsaanslagActivering) = "a" en Get (CombinatietoetsActivering) = 0]
    Aangepast dialoogvenster tonen ["U hebt \"a\" ingevoerd."]
End If

Voorbeeld 2 

De waarde 9 wordt als resultaat gegeven wanneer Shift-Option wordt ingedrukt op een computer met macOS. Als op een Mac op Option en Shift wordt gedrukt wanneer een script is geactiveerd, geeft de functie Get (CombinatietoetsActivering) als resultaat 9, ongeacht welke combinatietoetsen zijn ingedrukt tussen het moment waarop de activering in werking is getreden en de uitvoering van het script.