Get (LaatsteFout)

Geeft als resultaat een getal voor de fout die zich voordeed tijdens de uitvoering van de laatst uitgevoerde scriptstap.

Opmaak 

Get (LaatsteFout)

Parameters 

Geen

Resulterend gegevenstype 

getal

Afkomstig uit versie 

6.0 of lager

Beschrijving 

Met deze functie kunt u fouten opsporen en afhandelen. Raadpleeg FileMaker-foutcodes.

Opmerkingen 

  • macOS: als in FileMaker Pro een fout optreedt tijdens het uitvoeren van een AppleScript via de AppleScript uitvoeren (macOS) scriptstap, wordt de AppleScript-foutcode als resultaat gegeven.

  • Als voor ODBC-importacties en de scriptstap SQL uitvoeren een fout optreedt tijdens de uitvoering van een SQL-opvraag wordt als resultaat FileMaker-fout 1408 gegeven. Gebruik de Get (LaatsteFoutGegevens) functie voor meer informatie over de fout. Als er geen informatie over de fout is, wordt FileMaker-fout 1409 als resultaat gegeven.

  • Wanneer u in de relatiegrafiek met ODBC-gegevensbronnen werkt, wordt als resultaat FileMaker-fout 1408 gegeven.

  • Bij bepaalde scriptactiveringen kan de activerende opdracht of het activerende event worden geannuleerd als het script dat wordt uitgevoerd door de scriptactivering een waarde Onwaar als resultaat geeft. Wanneer een opdracht of event op deze manier wordt geannuleerd, wordt de foutcode ingesteld op 20.

  • De volgende scriptstappen voor besturing wissen niet de laatste fout die door FileMaker Pro is gemeld: If, Else, Else If, End If, Loop, Exit Loop If, End Loop, Script afsluiten en Script onderbreken.

  • Als een fout zich al voordoet wanneer de gebruiker een actie annuleert, wordt deze fout niet gewist.

  • Deze functie geeft een foutcode voor acties waarbij geen verbinding met een host kan worden gemaakt omdat het SSL-certificaat van de host niet kan worden geverifieerd. Gebruik de functie Get (LaatsteFoutGegevens) voor meer informatie over de fout.

  • Om een script te maken dat reageert op fouten zonder meldingen te geven, gebruikt u deze functie met de Foutafvanging instellen scriptstap waarbij de optie Aan is ingeschakeld.

  • Om een fout in een berekeningsuitdrukking te evalueren, gebruikt u de EvaluationError functie.

Voorbeeld 1 

Geeft als resultaat 0 als de laatste scriptstap met succes is uitgevoerd.

Geeft als resultaat 401 wanneer er geen records zijn gevonden nadat de Zoekopdracht uitvoeren scriptstap is uitgevoerd.

Voor een voorbeeldscript raadpleegt u Foutafvanging instellen scriptstap.