Objecten, lay-outgedeelten en lay-outachtergrond bewerken

U bewerkt een lay-out door met de objecten in de lay-out te werken: u kunt hun positie wijzigen, de objecten rangschikken, de grootte ervan wijzigen en het uiterlijk ervan op andere manieren wijzigen. U kunt de opmaakkenmerken van lay-outgedeelten en de lay-outachtergrond wijzigen door bijvoorbeeld de instellingen voor de opvulling ervan te wijzigen. U kunt ook werken met velden: zo kunt u bepalen hoe een veld er uitziet en zich gedraagt en hoe gegevens worden weergegeven in het veld.

Wanneer u met een object werkt, ziet u verschillende besturingselementen, badges en andere elementen die informatie over het object geven en aangeven hoe u het kunt bewerken. Raadpleeg De grootte en vorm van objecten wijzigen, Opvullen met een kleurovergang en Badges (pictogrammen) bij lay-outobjecten identificeren.

Veld met badges, besturingselementen en andere visuele aanwijzingen

Objecten selecteren

  1. In de lay-outmodus klikt u op het selectiegereedschap Selectiegereedschap op de statusbalk.

    De aanwijzer krijgt de vorm van een pijl.

  2. Voer één van de volgende handelingen uit:
  3. Om dit te doen

    Doet u in de lay-outmodus het volgende

    Eén object selecteren

    Klik met de pijlaanwijzer op het object.

    Meerdere objecten tegelijk selecteren

    • Sleep de pijlaanwijzer om een selectievak te maken rondom de objecten. Het selectiekader hoeft de objecten niet volledig in te sluiten. U kunt ook tijdens het slepen Ctrl (Windows) of Command (macOS) ingedrukt houden om te vermijden dat gedeeltelijk geselecteerde objecten in de selectie worden opgenomen.

      Opmerking  Wanneer u objecten in een popover selecteert, zorgt u ervoor dat de pijlaanwijzer op de popover staat, en niet de lay-out, wanneer u begint te slepen. Anders worden de objecten in de lay-out geselecteerd.

    • Of: houd Shift ingedrukt en klik op elk afzonderlijk object.

    Een object in een groep selecteren

    Klik met de pijlaanwijzer op de groep en klik vervolgens op een object in de groep.

    Alle objecten in de lay-out selecteren

    Kies Bewerken > Alles selecteren.

    Een vensterbesturingselement selecteren

    • Klik met de pijlaanwijzer in de achtergrond van het vensterbesturingselement.
    • Of sleep de pijlaanwijzer om elk deel van de begrenzing van het vensterbesturingselement heen.

    Een popover selecteren

    Dubbelklik met de pijlaanwijzer op de popover-knop om de popover te openen. Klik dan op het popover-venster om het te selecteren.

    Alle objecten van hetzelfde type, inclusief objecten op tabbladen of schuifpanelen die niet op de voorgrond staan, selecteren (bijvoorbeeld alle tekstobjecten of rechthoeken)

    • Klik op het gereedschap voor het type object dat u wilt selecteren en kies vervolgens Bewerken > Alles selecteren.
    • Of klik met de pijlaanwijzer op een object, houd Shift (Windows) of Option (macOS) ingedrukt en kies Bewerken > Alles selecteren (Windows) of Vorige selectie (macOS).

    Opmerking  Objecten op popover-vensters worden niet geselecteerd.

    Alle velden selecteren

    Klik met de pijlaanwijzer op een veld, houd Shift (Windows) of Option (macOS) ingedrukt en kies Bewerken > Alles selecteren (Windows) of Vorige selectie (macOS).

    Een portaal selecteren

    Klik met de pijlaanwijzer op de rand van het portaal of op een ander gebied van het portaal dat geen veld of object bevat.

    Een knoppenbalk selecteren

    • Klik met de pijlaanwijzer op een plaats buiten de knoppenbalk en klik vervolgens in de knoppenbalk.
    • Of sleep de pijlaanwijzer om een deel van de begrenzing van de knoppenbalk heen.

    Segmenten in een knoppenbalk selecteren

    Selecteer met de pijlaanwijzer de knoppenbalk en klik vervolgens op een segment of klik terwijl u Shift ingedrukt houdt om meerdere segmenten te selecteren.

    De selectie van objecten ongedaan maken

    • Klik op een leeg gebied van de lay-out of op een lay-outgereedschap op de statusbalk.
    • Of: houd Shift ingedrukt en klik op de geselecteerde objecten.

Opmerkingen