Loop

Herhaalt een reeks scriptstappen om batchprocessen uit te voeren.

Opties 

Wissen geeft aan wanneer in de cache opgeslagen relaties moeten worden gewist en afhankelijkheden in de lus moeten worden bijgewerkt:

  • Altijd: Voor elke stap in de lus die gegevens wijzigt, moeten altijd alle in de cache opgeslagen relaties worden gewist en alle afhankelijkheden worden bijgewerkt. Dit is de standaardoptie en zorgt ervoor dat gerelateerde gegevens beschikbaar zijn zoals verwacht.

  • Minimum: Voor elke stap in de lus die gegevens wijzigt, moeten in de cache opgeslagen relaties worden gewist en afhankelijkheden worden bijgewerkt van gerelateerde gegevens die slechts één relatie verwijderd zijn van de huidige tabelvermelding.

  • Uitstellen: Als de lus start, gebruikt u de relaties en gegevens die momenteel in de cache zijn opgeslagen. Wacht tot de lus is afgesloten om de in de cache opgeslagen relaties te wissen en afhankelijkheden bij te werken.

Compatibiliteit 

Product Ondersteund
FileMaker Pro Ja
FileMaker Go Ja
FileMaker WebDirect Ja
FileMaker Server Ja
FileMaker Cloud Ja
FileMaker Data API Ja
Custom Web Publishing Ja

Afkomstig uit versie 

6.0 of lager

Beschrijving 

Gebruik Loop bijvoorbeeld voor het exporteren van inhoud van containervelden uit alle records in een gevonden reeks. Deze scriptstap en de End Loop scriptstap markeren het begin en het einde van een reeks scriptstappen die telkens wordt herhaald. Het script voert de scriptstappen binnen de lusstructuur uit tot het een van het volgende aantreft:

Elke Loop-stap moet op zeker moment op hetzelfde niveau worden gevolgd door een End Loop-stap. Telkens als u de scriptstap 'Loop' gebruikt, wordt in het scriptbewerkingsvenster automatisch de stap 'End Loop' toegevoegd.

Opmerkingen 

  • Of de optie 'Wissen' moet worden gewijzigd, is afhankelijk van het ontwerp van uw database. Over het algemeen kan 'Uitstellen' de snelste optie zijn als uw lus geen gegevens wijzigt die van invloed zijn op relaties. Maar als uw lus dergelijke gegevens wel wijzigt en de gegevens slechts één relatie verwijderd zijn, probeer dan 'Minimaal'. Anders laat u deze instelling op 'Altijd' staan. Zie voor meer informatie deze technische blogpost van Claris.

Voorbeeld 1 

Kopieert de inhoud van de reeks Klanten::Telefoon op het werk tot Klanten::Contactpersoon overdag in alle records.

Kopiëren
Ga naar record/verzoek/pagina [Eerste]
Loop [ Wissen: Altijd ]
    Veld instellen [Klanten::Contactpersoon overdag; Klanten::Telefoon op het werk]
    Ga naar record/verzoek/pagina [Volgende; Afsluiten na laatste: Aan]
End Loop

Voorbeeld 2 

Bladert steeds opnieuw door records om bestanden te exporteren die in het containerveld staan.

Kopiëren
Variabele instellen [$PAD; Waarde: Get (Documentpad) & Producten::Container]
Ga naar record/verzoek/pagina [Eerste]
Loop [ Wissen: Altijd ]
    Veldinhoud exporteren [Producten::Container; "$PAD" ; Mappen maken: Uit]
    Ga naar record/verzoek/pagina [Volgende; Afsluiten na laatste: Aan]
End Loop