Count
Geeft als resultaat het aantal geldige, niet-lege waarden in een veld.
Opmaak
Count (veld {; veld...})
Parameters
veld
- elk gerelateerd veld, herhalend veld of elke reeks niet-herhalende velden; of een uitdrukking die als resultaat een veld, herhalend veld of een reeks niet-herhalende velden geeft.
Parameters tussen accolades { } zijn optioneel.
Resulterend gegevenstype
getal
Afkomstig uit versie
6.0 of lager
Beschrijving
Veld
kan zijn:
- een herhalend veld
(HerhalendVeld)
. - een veld in overeenkomende gerelateerde records opgegeven met
(tabel::veld)
, ongeacht of deze records wel of niet in een portaal verschijnen. - verschillende niet-herhalende velden in een record
(veld1;veld2;veld3...)
. - overeenkomende herhalingen van herhalende velden in een record
(HerhalendVeld1;HerhalendVeld2;HerhalendVeld3)
, mits het resultaat wordt gegeven met minstens hetzelfde aantal herhalingen. - meerdere velden in de eerste overeenkomende record opgegeven met
(tabel::veld1;tabel::veld2;...)
. U kunt velden opnemen uit verschillende tabellen(tabel 1::veld A;tabel 2::veld B...)
.
Opmerkingen
- Wanneer een veld waarnaar verwezen wordt een herhalend veld is, geeft de functie Count als resultaat het totale aantal geldige, niet-lege waarden in het eerste herhalende veld, daarna het totale aantal geldige, niet-lege waarden in het tweede herhalende veld, enzovoort.
Voorbeeld 1
De lay-out Accounts heeft een portaal dat uitgevoerde termijnbetalingen weergeeft.
Count(Betalingen::Betaling)
geeft als resultaat het aantal uitgevoerde betalingen op een rekening.
Voorbeeld 2
In de volgende voorbeelden:
- bevat Veld1 twee herhalingen met de waarden 1 en 2.
- bevat Veld2 vier herhalingen met de waarden 5, 6, 7 en 8.
- bevat Veld3 de waarde 6.
Count(Veld2)
geeft als resultaat 4 wanneer de berekening geen herhalend veld is.
Count (Veld1 ; Veld2 ; Veld3)
geeft als resultaat 3, 2, 1, 1 wanneer de berekening een herhalend veld is.