Ga naar object
Gaat naar het opgegeven object in de huidige lay-out.
Opties
-
Objectnaam is het benoemde object dat u in de huidige lay-out actief wilt maken. Raadpleeg Objecten benoemen.
-
Voor Herhaling (optioneel) kunt u de herhaling kiezen van het veld waarnaar u wilt gaan. Anders is de standaardwaarde 1. Deze optie wordt genegeerd als het object geen veld is.
Compatibiliteit
Product | Ondersteund |
---|---|
FileMaker Pro |
Ja |
FileMaker Go |
Ja |
FileMaker WebDirect |
Ja |
FileMaker Server |
Ja |
FileMaker Cloud |
Ja |
FileMaker Data API |
Ja |
Custom Web Publishing |
Ja |
Afkomstig uit versie
8.5
Beschrijving
Deze scriptstap gebruikt een objectnaam om een object te identificeren, zodat u een unieke objectnaam moet toewijzen aan elk object in een lay-out waar u naartoe wilt gaan.
Opmerkingen
-
Als in deze scriptstap een object in een tabblad of een schuifpaneel dat zich niet in het voorste venster bevindt, is opgegeven, wordt het opgegeven object geselecteerd en wordt het venster waarin het zich bevindt voor het vensterbesturingselement geplaatst.
-
Als in de scriptstap een veld op een popover-venster is opgegeven, wordt het popover-venster geopend.
Voorbeeld 1
Dit voorbeeldscript navigeert naar een veld met de objectnaam "Voornaam".
Ga naar object [Objectnaam: "Voornaam"]
Voorbeeld 2
Dit voorbeeldscript navigeert naar het tabblad "Betaald" of het tabblad "Niet betaald" in een tabbladbesturingselement afhankelijk van de waarde van Facturen::Status.
If [Facturen::Status = "Betaald"]
Ga naar object [Objectnaam: "Tabblad factuuroverzicht"]
Else If [Facturen::Status = "Niet betaald"]
Ga naar object [Objectnaam: "Tabblad Betaling van factuur"]
End If
Voorbeeld 3
Dit voorbeeldscript navigeert naar een object waarvan de naam de waarde is van het veld Invoice::Status in het huidige record.
Ga naar lay-out ["Factuurgegevens"]
Ga naar object [Objectnaam: Facturen::Status]