Variabelen gebruiken

Variabelen bieden een tijdelijke opslaglocatie voor gegevens die daarna toegankelijk zijn vanaf elke context in het bestand. U kunt variabelen definiëren in:

Variabelen zijn niet beschikbaar buiten het bestand waarin ze zijn gedefinieerd en de variabelen van een gebruiker zijn niet beschikbaar voor andere gebruikers. Als u wilt dat gegevens beschikbaar zijn voor andere bestanden of voor meerdere gebruikers, gebruikt u een veld (zonder globale opslag) in plaats van een variabele.

Wanneer u een variabele definieert, kunt u het bereik ervan opgeven door een prefix voor de naam van de variabele toe te voegen.

Bereik

Prefix

Voorbeeld

Beschikbaarheid

functie

Geen

naamVariabele

Alleen binnen de functie waar deze is gedefinieerd

lokaal

$

$naamVariabele

Alleen binnen het script waar deze is gedefinieerd (niet beschikbaar voor subscripts); uitgeschakeld wanneer het script eindigt

globaal

$$

$$naamVariabele

Overal binnen het bestand waar deze is gedefinieerd; uitgeschakeld wanneer het bestand wordt gesloten

Lokale en algemene variabelen (of zelfs twee lokale variabelen in verschillende scripts) kunnen dezelfde naam hebben, maar worden als verschillende variabelen behandeld en er kunnen verschillende waarden in worden opgeslagen.

U kunt variabelen gebruiken in:

Herhalingen in variabelen

Lokale en algemene variabelen kunnen een optioneel herhalingsnummer bevatten dat onmiddellijk na de naam van de variabele tussen haakjes [ ] verschijnt. Het volgende geeft bijvoorbeeld als resultaat 111:

Kopiëren
Let ([
    $var[1] = 1;
    $var[2] = 10;
    $var[3] = 100
];
$var[1] + $var[2] + $var[3])

Herhalingen in variabelen worden niet ondersteund in:

  • functievariabelen
  • samenvoegvariabelen
  • bestandspaden
  • zoekopdrachten

Opmerkingen 

  • Voor de namen van variabelen gelden dezelfde naamgevingsrestricties als voor veldnamen. Raadpleeg Velden benoemen.
  • Variabelen worden niet ondersteund in bestandspaden die zijn opgeslagen in containervelden.
  • Het gegevenstype van een variabele wordt dynamisch bepaald op basis van de toegewezen gegevens. Variabelen hebben dezelfde gegevenstypen als velden, behalve voor berekening- en resumévelden. Raadpleeg Veldtypen selecteren.
  • Voor meer informatie over het werken met variabelen raadpleegt u de Knowledge Base.