Positie gegevensbestand ophalen

Geeft de positie voor lezen/schrijven voor een geopend gegevensbestand op.

Opties 

  • Bestands-ID is een numerieke uitdrukking die de bestands-ID van een geopend gegevensbestand aangeeft.
  • Doel is het veld of de variabele waarin de positie voor lezen/schrijven van het geopende gegevensbestand wordt opgeslagen. Als de variabele niet bestaat, maakt deze scriptstap die (raadpleeg Variabelen gebruiken).

Compatibiliteit 

Product Ondersteund
FileMaker Pro Ja
FileMaker Go Ja
FileMaker WebDirect Nee
FileMaker Server Ja
FileMaker Cloud Ja
FileMaker Data API Nee
Custom Web Publishing Ja

Afkomstig uit versie 

18.0

Beschrijving 

Wanneer een gegevensbestand voor het eerst wordt geopend, is de positie voor lezen/schrijven 0. Nadat er van een bestand is gelezen of naar een bestand is geschreven, verschuift de positie voor lezen/schrijven tot na de gegevens die zijn gelezen of geschreven. Raadpleeg Positie gegevensbestand instellen scriptstap.

Voorbeeld 1 

Dit voorbeeldscript stelt een variabele in op de huidige positie voor lezen/schrijven van een geopend bestand met een bestands-ID van 2.

Kopiëren
Positie gegevensbestand ophalen [ Bestands-ID: 2 ; Doel: $positie]

Voorbeeld 2 

Dit voorbeeldscript maakt een bestand met de naam wijziging.log, schrijft de inhoud van het veld Producten::Status naar het bestand en geeft vervolgens de positie voor lezen/schrijven weer. Als er Voltooid in het veld staat, is het weergegeven resultaat Huidige positie voor lezen/schrijven: 9. Dat is na de laatste geschreven byte.

Kopiëren
Variabele instellen [ $bestand ; Waarde: "wijziging.log" ]
Gegevensbestand maken [ "$bestand" ; Mappen maken: Uit ]
Gegevensbestand openen [ "$bestand" ; Doel: $bestandsID ]
Naar gegevensbestand schrijven [ Bestands-ID: $bestandsID ; Gegevensbron: Producten::Status ; Schrijven als: UTF-8 ]
Positie gegevensbestand ophalen [ Bestands-ID: $bestandsID ; Doel: $positie ]
Aangepast dialoogvenster tonen [ "Huidige positie voor lezen/schrijven: " & $positie ]
Gegevensbestand sluiten [ Bestands-ID: $bestandsID ]