Algemene applicatie-instellingen hebben invloed op de manier waarop u werkt met alle FileMaker Pro-bestanden.

  1. Windows: Kies Bewerken menu Instellingen.

    macOS: Kies FileMaker Pro menu Instellingen.

  2. Klik op het tabblad Algemeen.

  3. Om dit te doen

    Gaat u als volgt te werk

    Slepen en neerzetten inschakelen om tekst in velden, tussen velden en tussen lay-outs te verplaatsen, alsook tussen toepassingen die slepen en neerzetten ondersteunen

    Schakel het selectievakje Tekstselectie door slepen en neerzetten toestaan in.

    De namen van maximaal 30 recent geopende bestanden weergeven in Bestand > Recent of in het venster Recent

    Schakel het selectievakje Recent geopende bestanden tonen in en typ een getal van 1 tot en met 30.

    Het dialoogvenster ‘Database beheren’ weergeven wanneer u een nieuw bestand maakt

    Schakel Maak bestanden vanuit dialoogvenster Database beheren in.

    Door deze optie uit te schakelen wordt de modus Lay-out weergegeven. Raadpleeg Velden definiëren en wijzigen op het tabblad Velden.

    De standaardgrootte en -positie voor alle dialoogvensters herstellen

    Klik naast Dialoogvensterformaten en -posities herstellen op de knop Herstellen.

    Een naam voor de huidige gebruiker instellen

    (Deze waarde wordt bijvoorbeeld gebruikt wanneer u Invoegen > Huidige gebruikersnaam kiest.)

    Windows: Typ een naam bij Gebruikersnaam.

    macOS: Selecteer Systeem in het vak Gebruikersnaam of selecteer Andere bij Gebruikersnaam en typ een naam in het tekstvak. (De systeemnaam is de ingevoerde naam in Systeeminstellingen. Raadpleeg Help in macOS.)

    De taal instellen waarin de menu's, dialoogvensters en berichten van FileMaker Pro worden weergegeven

    • Windows: Kies bij Taal gebruikersinterface de gewenste taal.

    • macOS: Gebruik Systeeminstellingen. Raadpleeg Help in macOS. (U moet zich afmelden bij macOS en zich vervolgens opnieuw aanmelden om de nieuwe taal te zien.)

    Opmerkingen

    • De nieuwe taal wordt pas van kracht wanneer u FileMaker Pro opnieuw start. Als bepaalde taalcomponenten niet zijn geïnstalleerd, krijgt u mogelijk een melding waarin u wordt gevraagd een taalpakket te installeren. Raadpleeg de FileMaker Pro Installatiehandleiding.

    • Deze instelling wijzigt de systeeminstellingen niet waarmee datums, tijden en getallen in een bepaald bestand worden weergegeven en gesorteerd. Raadpleeg Bestanden met andere systeeminstellingen openen voor meer informatie over systeeminstellingen.

    Windows: Een stijl voor vloeiende tekenranden instellen

    Kies bij Effen tekenstijl de gewenste stijl.

    Opmerkingen

    • Als de lettertypen op het scherm wazig zijn, probeert u andere effen tekenstijlen toe te passen tot u een stijl vindt die het beste wordt weergegeven op het scherm.

    • In Windows wordt de vereffening van lettertypen uitgeschakeld wanneer het zoomniveau op 100% of hoger wordt ingesteld.

    • In macOS kunt u in Systeeminstellingen opties voor anti-aliasing instellen. Raadpleeg Help in macOS.

    Tijdelijke cachebestanden voor gehoste FileMaker Pro-bestanden verwijderen

    Klik op Verwijderen bij Tijdelijke bestanden in cache verwijderen.

    Opmerking  Deze bestanden in het cachegeheugen verbeteren de prestaties en worden indien nodig verwijderd door FileMaker Pro. Over het algemeen hoeft u ze niet te verwijderen, tenzij u een probleem probeert op te lossen.

    Functies voor ontwikkeling en implementatie van FileMaker Pro gebruiken, zoals Script Debugger, eigen menu's en databasecodering

    Selecteer Geavanceerde tools gebruiken.

    Raadpleeg Geavanceerde tools gebruiken.

    Opmerking  U moet FileMaker Pro opnieuw starten nadat u deze instelling hebt ingeschakeld om de geavanceerde tools te gebruiken. U moet FileMaker Pro ook opnieuw starten als u de instelling uitschakelt om de tools niet langer te gebruiken.

    Een bestand openen bij het starten van FileMaker Pro of het te openen bestand bijwerken

    Selecteer Open bestand bij opstarten en blader naar het bestand of voer het pad van het bestand in.

    Raadpleeg Bestandspaden maken.

    Schakel communicatie in met een FileMaker-host via poort 443 in plaats van 5003.

    Selecteer HTTPS-tunneling.

    HTTPS-tunneling werkt alleen als deze instelling is ingeschakeld op zowel FileMaker Pro als de FileMaker-host. Raadpleeg de FileMaker Server Help.

    Als u deze instelling selecteert, wordt het peer-to-peer-delen gestopt, waarbij poort 5003 wordt gebruikt.

    Opmerking  U moet FileMaker Pro opnieuw starten nadat u deze instelling hebt gewijzigd.