Objecten kopiëren, dupliceren en verwijderen

  1. Selecteer in de lay-outmodus het object.
  2. Voer één van de volgende handelingen uit:
  3. Om dit te doen

    Gaat u als volgt te werk

    Een object kopiëren (of knippen) en het vervolgens in dezelfde lay-out, een andere lay-out of een ander databasebestand plakken

    • Kies Bewerken > Kopiëren (of Knippen). Klik met de pijlaanwijzer op de positie waar u het object wilt centreren en kies Bewerken > Plakken Lay-outobject(en) (Windows) of Bewerken > Plakken (macOS).
    • Of houd Alt (Windows) of Option (macOS) ingedrukt, sleep de aanwijzer naar een nieuwe locatie en laat de muisknop los.

    Een object dupliceren

    Een object verwijderen zonder de inhoud van het klembord te vervangen

    • Kies Bewerken > Wissen.
    • U kunt ook op Backspace of Delete drukken.

Opmerkingen 

  • Als u een object uit een lay-out kopieert en in een lay-out met een ander thema plakt, behoudt het object de kenmerken van de oorspronkelijke lay-out. U kunt Bewerken > Wijzigingen aan stijl ongedaan maken kiezen om deze kenmerken te verwijderen en de standaardkenmerken van het nieuwe thema toe te passen. U kunt ook het Infovenster gebruiken om objectkenmerken te kopiëren en te plakken. Raadpleeg Opmaakkenmerken in lay-outs kopiëren.
  • Vergrendelde objecten kunt u wel kopiëren en dupliceren, maar niet knippen of verwijderen.
  • Met de opdracht Dupliceren maakt u een reeks identieke objecten met gelijke tussenruimte. Nadat u Bewerken > Dupliceren hebt gekozen, sleept u het nieuwe object meteen naar de gewenste positie (zonder eerst de selectie op te heffen). Kies Dupliceren opnieuw: de nieuwe kopie verschijnt op een positie ten opzichte van de eerste kopie die gelijk is aan de positie van de eerste kopie ten opzichte van het oorspronkelijke object.