Bestanden uploaden naar een host

Gebruik FileMaker Pro om databasebestanden over te brengen naar FileMaker Server of FileMaker Cloud. Als een database containervelden gebruikt die gegevens extern opslaan, uploadt FileMaker Pro ook de extern opgeslagen gegevens.

Opmerking  Voordat u bestanden gaat uploaden:

  • Zorg ervoor dat accounts uitgebreide privileges hebben die delen mogelijk maken. Clients van FileMaker Pro en FileMaker Go kunnen bijvoorbeeld alleen een gehost bestand openen als het uitgebreide privilege fmapp is ingeschakeld. Raadpleeg Uitgebreide privileges bewerken voor een privilegeset.

  • U hebt een account nodig op de host die uploaden toestaat.

    • Voor FileMaker Server moet u de accountnaam en het wachtwoord van de serverbeheerder hebben.

    • Voor FileMaker Cloud moet u met een Claris ID- of externe IdP-account zijn aangemeld als teambeheerder.

  • Sluit de bestanden eerst als ze scripttriggers bevatten die worden geactiveerd voordat een bestand wordt gesloten, bijvoorbeeld de BijVensterSluiten of BijLaatsteVensterSluiten scripttriggers.

Elk type host kan andere eisen hebben voor de bestanden die u mag uploaden. Raadpleeg de FileMaker Server Help en FileMaker Cloud Help.

Bestanden uploaden naar een host:

  1. Kies menu Bestand > Samengebruik > Uploaden naar host.

  2. Klik in het linker paneel op Tonen naast het type host dat u in de lijst vermeld wil zien.

  3. Kies

    Als u dit wilt weergeven

    Favorieten

    Hosts die u eerder als favorieten hebt toegevoegd

    Lokaal

    FileMaker Server-hosts in uw TCP/IP-subnet

    Indien aangemeld als teammanager: FileMaker Cloud Teams

    De FileMaker Cloud-host van uw team

    Als u niet bent aangemeld met een Claris ID- of extern IdP-account, klikt u op Aanmelden.

  4. In de lijst kiest u de host waarnaar u bestanden wilt uploaden.

    Of klik op Favoriete host toevoegen om een host toe te voegen en typ de domeinnaam van de host (als host.domain.com) of het IP-adres.

  5. Voor een FileMaker Server-host voert u uw accountgegevens in en klikt u vervolgens op Aanmelden.

    Als u uw accountgegevens wilt toevoegen aan uw Credential Manager (Windows) of de sleutelhanger (macOS), selecteert u Wachtwoord opslaan in Credential Manager (Windows) of Wachtwoord opslaan in Keychain Access (macOS).

  6. Voor het wijzigen van de doelmap of het aanmaken van een nieuwe map (indien ondersteund door de host), klikt u op Wijzigen.

  7. Selecteer de bestanden die u wilt uploaden.

  8. Om dit te doen

    Gaat u als volgt te werk

    Bestanden toevoegen aan de uploadlijst

    Klik op Bladeren, selecteer alle bestanden die u wilt toevoegen aan de lijst en klik vervolgens op Openen. Of sleep bestanden naar het rechter paneel.

    Bestanden uitsluiten van de uploadlijst

    Schakel het selectievakje uit naast elk bestand dat u niet wilt uploaden.

    U wordt mogelijk gevraagd de coderingswachtwoorden in te voeren voor de bestanden die u uploadt.

  9. Kijk bij elk bestand naar de kolom Status. Als FileMaker Pro een probleem met een bestand vaststelt, wordt de status van dat bestand bijgewerkt en wordt het selectievakje uitgeschakeld. Bevestig dat alle bestanden zijn geselecteerd die u wilt uploaden.

  10. Als u wilt dat de bestanden op de host onmiddellijk beschikbaar zijn voor gebruik door clients, (indien ondersteund door de host), selecteert u Bestanden automatisch openen (op server) na uploaden.

  11. Klik op Uploaden.

    Als het uploaden is voltooid, werkt FileMaker Pro de status van elk bestand bij om aan te geven of de upload is geslaagd.

  12. Als u een geüpload bestand in FileMaker Pro wilt openen, selecteert u Openen met FileMaker Pro voor het bestand. Klik vervolgens op Gereed.

    FileMaker Pro opent alle geselecteerde bestanden. De bestandsnaam en de hostnaam verschijnen in de titelbalk van het venster.

Opmerkingen 

  • Wanneer u een bestand uploadt, wordt de verbinding met de host gecodeerd via SSL. Als u FileMaker Server gebruikt en beveiliging belangrijk is in uw omgeving, moet uw serverbeheerder een aangepast SSL-certificaat installeren.

    In het dialoogvenster Uploaden naar Host ziet u mogelijk een pictogram van een hangslot dat het beveiligingsniveau van de verbinding aangeeft. Raadpleeg Hangsloten van beveiliging.

  • U kunt geen bestand uploaden dat al bestaat in een map op de host; bestandsnamen moeten uniek zijn op de gehele host, ongeacht de map of submap.

  • Nadat de upload is voltooid, registreert FileMaker Pro in de lokale versie van het bestand dat dit bestand is geüpload. Wanneer u de lokale versie van het bestand probeert te openen, wordt u door FileMaker Pro gevraagd of u de lokale versie of de gehoste versie van het bestand wilt openen.

  • Als u de actieve upload van meerdere bestanden annuleert, blijven volledig geüploade bestanden op de host, worden deels geüploade bestanden verwijderd van de host en worden eventuele resterende bestanden niet geüpload. De kolom Status in het dialoogvenster Uploaden naar Host geeft aan welke bestanden met succes zijn geüpload.

  • FileMaker Pro controleert gecodeerde bestanden niet op consistentie voordat ze worden geüpload.