Cirkelgrafieken
Als u een grafiek wilt maken, leest u eerst Snelgrafieken maken of Grafieken maken en bewerken in de modus Lay-out.
Zo stelt u een cirkelgrafiek in:
- Zoek de records die u in een grafiek wilt uitzetten. Raadpleeg Een zoekopdracht maken.
Als u gescheiden gegevens die in één record zijn opgeslagen of gegevens uit gerelateerde records wilt uitzetten, moet u instellingen voor de gegevensbron instellen. Raadpleeg De gegevensbron voor een grafiek opgeven.
- Kies in het dialoogvenster Grafiek instellen voor Type de optie Cirkel.
- Voor Categorielabels klikt u op , kiest u Veldnaam opgeven of Berekening opgeven, vult u het dialoogvenster in en klikt u op OK. Dit zijn de gegevens die u vergelijkt (bijvoorbeeld bedrijfsnamen). Deze gegevens bepalen de labels voor elk segment (elke sector) van de cirkel.
- Voor Cirkeldiagramgegevens klikt u op om een gegevensreeks op te geven. Dit zijn de gegevens die u meet (bijvoorbeeld jaartotalen). Deze gegevens bepalen de breedte van elk segment van de cirkel.
- Als u een snelgrafiek maakt en deze bevat resumégegevens, kunt u in het Grafiekeninfovenster klikken op het menu Resumé en een ander resumétype selecteren.
- Selecteer Legenda tonen om een legenda in de grafiek weer te geven.
- Selecteer opties voor de grafiek.
Tip U hoeft niet alle gegevenspunten in een grafiek te labelen.
- Aangepaste decimalen of scheidingstekens voor duizendtallen moeten afdrukbare ASCII-tekens zijn. Een tilde (~) is niet toegestaan.
- Decimale getallen gaan van 0 (nul) tot 99.
- U moet een positief getal invoeren voor Vast aantal decimalen.
- Als u het kleurenschema, het uiterlijk van de legenda of de lettertypestijl wilt wijzigen, klikt u in het Grafiekeninfovenster op Stijl. Raadpleeg De look van een grafiek wijzigen.
- Klik op Afdrukken of Opslaan als lay-out (snelgrafieken) of Gereed (grafieken in de lay-outmodus) om de grafiek te voltooien. Raadpleeg Snelgrafieken maken of Grafieken maken en bewerken in de modus Lay-out.
Om dit te doen |
Gaat u als volgt te werk |
Waarden van categorielabels weergeven |
Selecteer Waarden in grafiek tonen. |
Weergeven hoeveel procent elk segment van het totaal voorstelt |
Selecteer Percentages. |
Het aantal decimalen opgeven als een percentage. |
Voer een getal in voor Vast aantal decimalen. |
Gegevenswaarden voor segmentgegevens weergeven |
Selecteer Actuele waarden. |
Het veldtype voor segmentgegevens opgeven |
Kies voor Gegevenstype een veldtype en kies daarna eigenschappen voor de gegevensopmaak. U kunt bijvoorbeeld numerieke gegevens weergeven als een decimale waarde, een percentage of als een valuta. Opmerkingen |
Segmentgegevenswaarden weergeven zoals ze zijn opgeslagen in de database, als een decimaal getal of een percentage, of als een valuta |
Kies voor Opmaak een waarde. |
Een aangepast teken opgeven dat u als decimaalteken of scheidingsteken voor duizendtallen wilt gebruiken |
Voer voor Decimaal een teken in of selecteer Scheidingsteken duizendtallen gebruiken en geef een teken op. |
Een decimaalteken of teken voor valutaopmaak toevoegen |
Kies voor Notatie een positie voor de notatie en voer een aangepast teken in. |