Typen lay-outgedeelten
Hieronder vindt u een beschrijving van alle typen lay-outgedeelten.
Niet-resumégedeelten van de lay-out
Niet-resumégedeelte van de lay-out |
Beschrijving |
Bovenste navigatiegedeelte |
Verschijnt boven aan elk scherm en kan knoppen of andere besturingselementen bevatten om gebruikers in de lay-out te helpen navigeren. Schuiven of in- en uitzoomen in het bovenste navigatiegedeelte is niet mogelijk en dit gedeelte wordt in de modus Schermafdruk niet afgedrukt of weergegeven. Velden die worden toegevoegd aan het bovenste navigatiegedeelte gebruiken gegevens uit de huidige record. U kunt slechts één bovenste navigatiegedeelte in een lay-out hebben. |
Titelkopgedeelte |
Verschijnt één keer boven aan het eerste scherm of de eerste pagina en vervangt het eventuele gewone kopgedeelte (indien er een is opgegeven). In rapporten gebruikt u dit gedeelte om een afzonderlijke titelpagina af te drukken. U kunt slechts één titelkopgedeelte hebben in een lay-out. In de modus Bladeren worden in het titelkopgedeelte de gegevens van de actieve record weergegeven. Elk veld in het titelkopgedeelte geeft gegevens weer voor schermafdruk en drukt gegevens af uit de eerste record in de gevonden reeks. |
Kopgedeelte |
Verschijnt boven aan elk scherm of elke pagina (tenzij u een titelkopgedeelte toevoegt). Gebruik deze voor titels of kolomkoppen (in rapporten met kolommen). U kunt slechts één kopgedeelte hebben in een lay-out. In de modus Bladeren worden in het kopgedeelte de gegevens van de actieve record weergegeven. |
Body |
Elk object dat u in het hoofdgedeelte plaatst, waaronder velden, tekstobjecten en afbeeldingen, verschijnt één keer voor elke record in de gevonden reeks. U kunt slechts één hoofdgedeelte hebben in een lay-out. |
Voetgedeelte |
Verschijnt onder aan elk scherm of elke pagina, tenzij u een titelvoetgedeelte hebt toegevoegd. U kunt slechts één voetgedeelte hebben in een lay-out. In de modus Bladeren worden in het voetgedeelte de gegevens van de actieve record weergegeven. |
Titelvoetgedeelte |
Verschijnt één keer onder aan het eerste scherm of de eerste pagina en vervangt het gewone voetgedeelte (indien er een is opgegeven). U kunt slechts één titelvoetgedeelte hebben in een lay-out. In de modus Bladeren worden in het titelvoetgedeelte de gegevens van de actieve record weergegeven. |
Onderste navigatiegedeelte |
Verschijnt onder aan elk scherm en kan knoppen of andere besturingselementen bevatten om gebruikers in de lay-out te helpen navigeren. Schuiven of in- en uitzoomen in het onderste navigatiegedeelte is niet mogelijk en dit gedeelte wordt in de modus Schermafdruk niet afgedrukt of weergegeven. Velden die worden toegevoegd aan het onderste navigatiegedeelte gebruiken gegevens uit de huidige record. U kunt slechts één onderste navigatiegedeelte in een lay-out hebben. |
Opmerkingen
- Voor de weergave van het bovenste of onderste navigatiegedeelte of een kop- of voetgedeelte in de Tabelweergave moet u elke optie in het dialoogvenster 'Eigenschappen tabelweergave' selecteren.
Resumégedeelten van de lay-out
Als u resumégegevens zoals subtotalen, algemene totalen, gemiddelden en tellingen wilt opnemen, moet u resumévelden in resumégedeelten van de lay-out plaatsen. Resumégedeelten omvatten gedeelten voor algemene resumés en subresumés.
Resumégedeelte van de lay-out |
Beschrijving |
Algemeen resumégedeelte (voor of na) |
Als u in dit gedeelte een resuméveld plaatst, wordt in dit veld resumé-informatie (zoals totalen) weergegeven voor alle records in de gevonden reeks. Het algemene resumégedeelte kan aan het begin (voor) of aan het einde (na) van een rapport staan. Dit is afhankelijk van de positie van het gedeelte in de lay-out. U kunt slechts één algemeen resumégedeelte voor en één algemeen resumégedeelte na hebben in een lay-out. |
Subresumégedeelte (voor of na) |
Als u een resuméveld in dit gedeelte plaatst, wordt in het veld subresumé-informatie (zoals subtotalen) weergegeven voor elke deelverzameling van records die is gesorteerd op het opgegeven splitsveld. Het subresumégedeelte kan voor of na het hoofdgedeelte staan. Dit is afhankelijk van de positie van het subresumégedeelte in de lay-out. U kunt meerdere subresumégedeelten hebben in een lay-out. Als u in dit gedeelte een ander veld dan een resuméveld plaatst, toont FileMaker Pro in het veld gegevens uit de eerste (voor) of laatste (na) record in de groep. Plaats hier het splitsveld om aan te geven voor welke deelverzameling van records het resumé is. |
Als u bijvoorbeeld in een database met transacties een resumé wilt maken van de verkoopcijfers van afzonderlijke vertegenwoordigers, moet u een resuméveld definiëren waarmee het totaal van de waarden in het veld Verkopen wordt berekend. Daarna maakt u een subresumégedeelte en plaatst u dat resuméveld erin (waarbij het splitsveld de naam van de vertegenwoordiger is). Wilt u tevens een telling van het aantal transacties dat door de betreffende vertegenwoordiger is gerealiseerd, dan maakt u een tweede resuméveld waarmee de transacties worden geteld. Dit veld plaatst u in hetzelfde subresumégedeelte. Voor een algemeen totaal van alle transacties plaatst u het resuméveld voor verkopen in een algemeen resumégedeelte.
Tip U kunt de focus van een rapport wijzigen door een ander splitsveld op te geven voor een subresumégedeelte. Als bijvoorbeeld het subresumégedeelte in een verkooprapport een resuméveld voor verkoop bevat, kunt u Maand selecteren voor de maandelijkse totalen en Verkoper als u de individuele prestaties wilt weergeven.