Een ODBC-clientstuurprogramma configureren

Of u nu ODBC-gegevens importeert of met ODBC-tabellen in de relatiegrafiek werkt, als een clienttoepassing, u moet een stuurprogramma configureren voor de ODBC-gegevensbron die u gebruikt. Als u bijvoorbeeld records uit een Oracle-database wilt opvragen, moet u een Oracle-clientstuurprogramma hebben geconfigureerd.

De manier waarop u interactief met een gegevensbron werkt, een wachtwoord opgeeft en opvraagresultaten uitvoert en weergeeft, is verschillend voor elk stuurprogramma van een clienttoepassing. Bovendien is het mogelijk dat de configuratie van de gegevensbron verschillend is voor elke leverancier van ODBC-stuurprogramma's.

Ondersteunde gegevensbronnen in FileMaker Pro

Als een ODBC-client biedt FileMaker ondersteuning voor externe SQL-gegevensbronnen zoals Oracle, Microsoft SQL Server en MySQL Community Edition als ODBC-tabellen in de relatiegrafiek. Als u ODBC-gegevens importeert of de scriptstap Records importeren of SQL uitvoeren gebruikt, kunt u extra gegevensbronnen gebruiken. Voor informatie over de ondersteunde externe SQL-gegevensbronnen kijkt u in de Knowledge Base. Raadpleeg ODBC en JDBC gebruiken met FileMaker Pro voor een overzicht van de verschillende manieren waarop u met ODBC-gegevensbronnen kunt werken.

Opmerking  Gebruik 64-bits ODBC-clientstuurprogramma's voor Windows of macOS. Standaard werken op Mac-computers met Apple silicon alleen ODBC-clientstuurprogramma's die voor deze computers zijn ontworpen met FileMaker Pro. Raadpleeg de FileMaker Pro Installatiehandleiding.

Volg de onderstaande procedure als algemene richtlijn voor de configuratie van gegevensbronnen (raadpleeg de documentatie die bij elke gegevensbrontoepassing is meegeleverd voor meer informatie).

Windows

  1. Start het ODBC-gegevensbronbeheer.

    Kies in Configuratiescherm de optie Systeem en beveiliging > Systeembeheer. Open vervolgens Gegevensbronnen (ODBC) (64-bits).

  2. Klik op het tabblad Systeem-DSN of op het tabblad Gebruikers-DSN.

    Als uw gegevensbron in de lijst is weergegeven, is het stuurprogramma reeds geconfigureerd. U kunt de volgende stappen overslaan en toegang krijgen tot de ODBC-gegevens of uw gegevensbron selecteren en klikken op de knop Configureren om de manier te wijzigen waarop u interactief met de gegevensbron wilt werken.

    Voor elke gebruiker die zich op uw computer aanmeldt, wordt een afzonderlijke systeem-DSN (Data Source Name) weergegeven. Een gebruikers-DSN is alleen beschikbaar wanneer u zich aanmeldt.

    Belangrijk  Wanneer u in de relatiegrafiek met ODBC-tabellen werkt, worden alleen systeem-DSN's ondersteund.

  3. Klik op de knop Toevoegen als u een stuurprogramma voor uw gegevensbron wilt configureren.

    Als voor de gegevensbron die u wilt gebruiken geen stuurprogramma in de lijst is weergegeven, kunt u een stuurprogramma van een andere leverancier gebruiken.

    Als u een nieuw stuurprogramma wilt installeren, moet u hiervoor het installatieprogramma van het stuurprogramma gebruiken.

  4. Kies het stuurprogramma voor de gegevensbron die u vanuit FileMaker Pro gaat gebruiken en klik vervolgens op Voltooien.

    Op het scherm verschijnt vervolgens een dialoogvenster voor de instellingen.

  5. Voer voor Naam een betekenisvolle naam in als aanduiding van de gegevensbron.

    Voor vele stuurprogramma's kunt u ook een aantal opties kiezen om de manier aan te passen waarop u toegang krijgt tot een gegevensbron, zoals de opgave van een specifiek gegevensbronbestand. Voer desgewenst een beschrijvende tekst in.

  6. Klik op de knop Voltooien.

  7. Klik op OK om de configuratiegegevens voor uw gegevensbron op te slaan.

macOS

  1. Installeer de ODBC Manager van Actual Technologies die u kunt downloaden vanaf www.odbcmanager.net.

    Opmerking  ODBC Manager is een freewareproduct dat niet door Claris wordt ondersteund.

  2. Start het hulpprogramma ODBC Manager.

  3. Klik op het tabblad System DSN (voor een ODBC-import klikt u op het tabblad System DSN of User DSN).

    Belangrijk  Wanneer u in de relatiegrafiek met ODBC-tabellen werkt, worden alleen systeem-DSN's ondersteund.

    Als uw gegevensbron in de lijst is weergegeven, is het stuurprogramma reeds geconfigureerd. U kunt de volgende stappen overslaan en toegang krijgen tot de ODBC-gegevens of uw gegevensbron selecteren en klikken op de knop Configureren om de manier te wijzigen waarop u interactief met de gegevensbron wilt werken.

    Voor elke gebruiker die zich op uw computer aanmeldt, wordt een afzonderlijke systeem-DSN (Data Source Name) weergegeven. Een gebruikers-DSN is alleen beschikbaar wanneer u zich aanmeldt.

  4. Klik op de knop Toevoegen als u een stuurprogramma voor uw gegevensbron wilt configureren.

    Als voor de gegevensbron die u wilt gebruiken geen stuurprogramma in de lijst is weergegeven, kunt u een stuurprogramma van een andere leverancier gebruiken.

    Als u een nieuw stuurprogramma wilt installeren, moet u hiervoor het installatieprogramma van het stuurprogramma gebruiken.

  5. Kies het stuurprogramma voor de gegevensbron die u vanuit FileMaker Pro gaat gebruiken en klik vervolgens op OK.

  6. Klik in het configuratievenster op Doorgaan.

  7. Voer voor Naam een betekenisvolle naam in als aanduiding van de gegevensbron.

    Voor vele stuurprogramma's kunt u ook een aantal opties kiezen om de manier aan te passen waarop u toegang krijgt tot een gegevensbron, zoals de opgave van een specifiek gegevensbronbestand. Voer desgewenst een beschrijvende tekst in.

  8. Klik op de knop Voltooien.

  9. Klik op Gereed om de gegevens voor uw gegevensbron op te slaan.

Nadat u het stuurprogramma hebt geconfigureerd, hebt u toegang tot de records in uw gegevensbron. Raadpleeg Verbinding maken met externe gegevensbronnen en Een ODBC-gegevensbron opvragen vanuit FileMaker Pro.