De sleutelhanger beheren
Als u wilt vermijden dat u het wachtwoord moet invoeren telkens als u een bestand opent of verbinding maakt met een host, gebruikt u FileMaker Pro om het bestand zo te configureren dat het toestaat dat het wachtwoord in de sleutelhanger wordt opgeslagen. Daarna slaat u het wachtwoord in FileMaker Go op.
Zo staat u toe dat het wachtwoord wordt opgeslagen:
-
Kies in FileMaker Pro Bestand > Bestandsopties.
-
Selecteer in de geopende tabblad Opgeslagen referenties toestaan voor verificatie.
-
Als gebruikers hun identiteit moeten verifiëren in iOS of iPadOS voordat FileMaker Go toegang krijgt tot de sleutelhanger, selecteert u iOS- of iPadOS-toegangscode vereisen.
Zo slaat u het wachtwoord voor een bestand of een host op:
-
Tik in FileMaker Go op Mijn apps of Hosts .
-
Tik op en tik daarna op Sleutelhanger beheren .
Als niet wordt weergegeven, tikt u nogmaals op het tabblad.
Als voor een of meer bestanden is ingesteld dat een iOS- of iPadOS-toegangscode is vereist, wordt u gevraagd de toegangscode van uw apparaat in te voeren of toegang te geven via Touch ID of Face ID.
-
Schakel Opslaan in sleutelhanger in.
-
(optioneel) Afhankelijk van uw apparaat schakelt u iOS-verificatie vereisen of iPadOS-verificatie vereisen in voordat FileMaker Go toegang kan krijgen tot de sleutelhanger.
Opmerking Deze optie is mogelijk uitgeschakeld of niet beschikbaar afhankelijk van het apparaat en de instellingen van het dialoogvenster Bestandsopties in FileMaker Pro.
Zo verwijdert u een opgeslagen wachtwoord uit de sleutelhanger:
-
Tik in FileMaker Go op Mijn apps of Hosts .
-
Tik op en tik daarna op Sleutelhanger beheren .
Als niet wordt weergegeven, tikt u nogmaals op het tabblad.
Als voor een of meer bestanden is ingesteld dat een iOS- of iPadOS-toegangscode is vereist, wordt u gevraagd de toegangscode van uw apparaat in te voeren of toegang te geven via Touch ID of Face ID.
-
Als u de sleutelhangervermelding voor een bestand wilt verwijderen, veegt u over de vermelding en tikt u vervolgens op Verwijderen.