FileMaker Pro 18 Advanced bevat de volgende nieuwe functies en verbeteringen.
•FileMaker ID en het venster Mijn apps – Gebruikers van FileMaker ID kunnen zich aanmelden en het venster Mijn apps gebruiken om te werken met de apps op maat van hun team, die worden gehost door FileMaker Cloud. Met de eenmalige aanmelding kunnen gebruikers alle apps openen waartoe ze toegang hebben. Raadpleeg Bestanden openen en sluiten.
•Uploaden naar een FileMaker Cloud-host – Met het dialoogvenster 'Uploaden naar host' kunnen FileMaker ID-teambeheerders FileMaker Pro Advanced-bestanden uploaden naar hun FileMaker Cloud-host. Raadpleeg Bestanden uploaden naar een FileMaker-host.
•Beveiliging beheren voor bestanden die worden gehost door FileMaker Cloud – Voor ieder team waarvan u deel uitmaakt, kunt u FileMaker ID-gebruikers en -groepen toegang verlenen tot een bestand, de FileMaker ID-gebruikersnamen in een groep bekijken en privilegesets toewijzen in het dialoogvenster Beveiliging beheren. Raadpleeg FileMaker ID-accounttoegang bewerken.
•Met het nieuwe dialoogvenster 'Velden bij importeren' kunt u:
•doelvelden kiezen uit een lijst die u kunt doorzoeken
•een record in het bronbestand kiezen die u wilt gebruiken als veldnamen voor bepaalde typen importbestanden
•voor elk doelveld kiezen of u opties voor automatisch invoeren wilt gebruiken tijdens het importeren
•gegevens importeren waarin een aangepast teken wordt gebruikt om veldwaarden van elkaar te scheiden
Raadpleeg Gegevens in FileMaker Pro Advanced importeren en Ondersteunde bestandsindelingen voor importeren/exporteren.
•Meer opties voor conversie – Tijdens het converteren van bepaalde ondersteunde bestandstypen kunt u nu een aangepast teken opgeven dat veldwaarden van elkaar scheidt, een record kiezen om als veldnamen te gebruiken, kiezen welke velden moeten worden opgenomen en een naam opgeven voor de doeltabel. Raadpleeg Een gegevensbestand converteren naar een nieuw FileMaker Pro Advanced-bestand.
•Met het nieuwe dialoogvenster 'Beveiliging beheren' kunt u:
•werken met een accounttoegangslijst die zijn gefilterd op accounttype, rechtstreeks privilegesets toewijzen aan gebruikers en groepen in de lijst en andere veelvoorkomende taken uitvoeren in het deelvenster voor gegevens, zonder dat u de lijst hoeft te verlaten
•privilegesets, uitgebreide privileges en bestandstoegang beheren in het dialoogvenster 'Geavanceerde beveiligingsinstellingen'
•zien of het geselecteerde verificatietype op de huidige host van het bestand wordt ondersteund
Raadpleeg Accounttoegang instellen en bewerken, Privilegesets maken en bewerken, Uitgebreide privileges maken en bewerken en Toegang verlenen tot bestanden.
•Het privilege om accounts te beheren die geen volledige toegang hebben – U kunt gebruikers nu de beperkte mogelijkheid geven om toegang tot een bestand in te stellen of te bewerken en om bestaande privilegesets toe te wijzen, zonder dat u hen de mogelijkheid geeft om groepen of gebruikers die de privilegeset Volledige toegang hebben, te wijzigen, of om privilegesets te maken of te bewerken. Raadpleeg Overige privileges bewerken.
•Melding over niet-ondertekende plug-in – FileMaker Pro Advanced toont een melding wanneer een plug-in niet digitaal is ondertekend door de ontwikkelaar. Raadpleeg Voorkeuren instellen voor toegestane hosts en plug-ins.
•Standaard volledige toegang vereist voor bestandsverwijzingen – De optie die de privilegeset Volledige toegang verplicht stelt voor het gebruik van verwijzingen naar een bestand, is nu standaard ingeschakeld voor nieuwe bestanden. In bestaande bestanden blijft deze optie ongewijzigd. Raadpleeg Toegang verlenen tot bestanden.
•Functies voor het digitaal ondertekenen van gegevens – Dankzij een aantal nieuwe functies kunt u digitaal gegevens ondertekenen en handtekeningen van ondertekende gegevens controleren met cryptografische sleutels. Zie 'Nieuwe functies' hieronder.
•Uitgebreid privilege 'fmodata' – Geeft toegang tot een bestand via een OData-provider. Raadpleeg Uitgebreide privileges bewerken voor een privilegeset.
•Objecten verplaatsen met Shift-Pijltoets – Wanneer u Shift-Pijltoets gebruikt in de modus Lay-out, worden objecten nu 10 keer zo ver verplaatst als wanneer u alleen de Pijltoetsen gebruikt. Raadpleeg Sneltoetsen voor de modi (Windows) en Sneltoetsen voor modi (macOS).
•Externe gegevensbestanden lezen en schrijven – Maak scripts die externe gegevensbestanden kunnen lezen, schrijven en beheren. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het schrijven van logbestanden of exportgegevens in een eigen opmaak. Zie 'Nieuwe scriptstappen' hieronder.
•Bestanden openen met een versiespecifieke URL – Nu kunt u het fmp18-schema gebruiken in URL's om bestanden specifiek met FileMaker Pro 18 Advanced of FileMaker Go 18 te openen. Raadpleeg Bestanden openen via een URL.
•Een app op maat openen bij het opstarten – Tijdens een installatie vanaf de opdrachtregel kunt u nu het gepersonaliseerde bestand gebruiken om een app op maat op te geven die moet worden geopend wanneer FileMaker Pro Advanced wordt opgestart. Raadpleeg de FileMaker Pro Advanced-handleiding voor netwerkinstallaties.
•Bestanden opslaan als XML-bestand – Nu kunt u een FileMaker Pro Advanced-bestand opslaan in een XML-indeling waarin het schema, de lay-outs, de scripts en andere onderdelen van het bestand naar voren komen. U kunt het XML-bestand gebruiken om de wijzigingen in uw app op maat per versie te documenteren en u kunt de standaard, op tekst gebaseerde tools gebruiken om versies met elkaar te vergelijken. Zie Databaseschema's documenteren, Kopie opslaan als XML scriptstap.
Nieuwe scriptstappen.
•Gegevensbestand sluiten – Sluit een geopend gegevensbestand. Raadpleeg Gegevensbestand sluiten scriptstap.
•Gegevensbestand maken – Maakt een leeg, gesloten gegevensbestand, dat vervolgens wordt geopend met de scriptstap Gegevensbestand openen en waar gegevens aan kunnen worden toegevoegd met de scriptstap Schrijven naar gegevensbestand. Raadpleeg Gegevensbestand maken scriptstap.
•Bestand verwijderen – Verwijdert een bestand. Raadpleeg Bestand verwijderen scriptstap.
•Positie gegevensbestand ophalen – Retourneert de positie voor lezen/schrijven in een geopend gegevensbestand. Raadpleeg Positie gegevensbestand ophalen scriptstap.
•Informatie over bestaan van bestand ophalen – Geeft als resultaat 1 (waar) als een bestand bestaat; in het andere geval is het resultaat 0 (onwaar). Zie Informatie over bestaan van bestand ophalen scriptstap
•Bestandsgrootte ophalen – Retourneert de grootte (in bytes) van een bestand. Raadpleeg Bestandsgrootte ophalen scriptstap.
•Gegevensbestand openen – Opent een gegevensbestand voor gebruik met andere scriptstappen voor gegevensbestanden. Raadpleeg Gegevensbestand openen scriptstap.
•Favorieten openen – Opent het venster Favorieten. Raadpleeg Favorieten openen scriptstap.
•Lezen van gegevensbestand – Leest gegevens van een geopend gegevensbestand. Raadpleeg Van gegevensbestand lezen scriptstap.
•Bestand hernoemen – Hernoemt een bestand. Raadpleeg Bestand hernoemen scriptstap.
•Kopie opslaan als XML – Slaat een kopie van het huidige bestand op als een XML-voorstelling van het schema, de lay-outs en de scripts. Raadpleeg Kopie opslaan als XML scriptstap.
•Positie gegevensbestand instellen – Stelt de positie voor lezen/schrijven in een geopend gegevensbestand in. Raadpleeg Positie gegevensbestand instellen scriptstap.
•Foutregistratie instellen – Controleert of fouten worden gelogd terwijl de scripts van het huidige bestand worden uitgevoerd. Raadpleeg Foutregistratie instellen scriptstap.
•Schrijven naar gegevensbestand – Schrijft gegevens naar een geopend gegevensbestand. Raadpleeg Naar gegevensbestand schrijven scriptstap.
Gewijzigde scriptstappen
•Mijn apps openen – Deze scriptstap heet nu 'Favorieten openen'. Raadpleeg Favorieten openen scriptstap.
•Uploaden naar FileMaker Server – Deze scriptstap heet nu 'Uploaden naar host openen'. Raadpleeg Uploaden naar host openen scriptstap.
•Invoegen vanuit URL
•De URL-protocollen smb, smtp, smtps, ldap en ldaps worden nu ondersteund.
•Het verzenden van e-mails via SMTP wordt nu ondersteund via cURL, met toevoeging van de opties --mail-auth
, --mail-from
en --mail-rcpt
. Dit geldt ook voor het verzenden van e-mails in HTML-formaat.
•Het aanvragen van niet-gecomprimeerde reacties van een server wordt nu ondersteund via de cURL-optie --no-compressed
.
•Nu worden de geretourneerde gegevens opgeslagen in het doel als de cURL-bibliotheek een fout als resultaat geeft en het doel een tekstveld of -variabele is.
Raadpleeg Invoegen vanuit URL scriptstap en Ondersteunde opties voor cURL.
•Help openen – Deze scriptstap wordt niet meer ondersteund in FileMaker WebDirect, omdat Help niet meer is opgenomen in FileMaker WebDirect. Raadpleeg Help openen scriptstap.
•Invoegen vanaf apparaat – Deze scriptstap herkent nu PDF417-, ITF-14-, Aztec- en Gegevensmatrix-streepjescodes. Raadpleeg Invoegen vanaf apparaat scriptstap.
•Records opslaan als PDF – Deze scriptstap biedt nu ondersteuning voor de optie Toevoegen aan bestaande PDF en voor de opties in het tabblad Beveiliging in FileMaker Go. Raadpleeg Records opslaan als PDF scriptstap.
•Records importeren – Deze scriptstap biedt nu ondersteuning voor de nieuwe opties in het dialoogvenster Velden bij importeren. Raadpleeg Records importeren scriptstap.
•Bestand converteren – Voor ondersteunde bestandsindelingen ondersteunt deze scriptstap nu het gebruiken van alle rijen in het bronbestand als veldnaam in het geconverteerde bestand, het kiezen van de te importeren bestanden en het opgeven van een naam voor de doeltabel. Raadpleeg Bestand converteren scriptstap.
•Sommige groepen functies in het dialoogvenster Berekening opgeven en in Help zijn opnieuw ingedeeld, zodat deze beter passen bij hun doel. Zie Japanse functies, JSON-functies en Overige functies.
Nieuwe functies
•CryptGenerateSignature – Genereert de digitale handtekening van de gegevens. Raadpleeg CryptGenerateSignature functie.
•CryptVerifySignature – Controleert of een digitale handtekening geldig is voor de gegevens. Raadpleeg CryptVerifySignature functie.
•Get (AccountType) – Retourneert het verificatietype van de huidige account. Raadpleeg Get (AccountType) functie.
•Get (GegevensBestandsInformatieOpenen) – Retourneert het bestands-ID en -pad van elk geopend gegevensbestand. Raadpleeg Get (GegevensBestandsInformatieOpenen) functie.
•SetRecursion – Stelt het maximumaantal iteraties voor recursie en lussen binnen een expressie in. Raadpleeg SetRecursion functie.
•While – Herhaalt logica wanneer de voorwaarde waar is en retourneert vervolgens het resultaat. Raadpleeg While functie.
Gewijzigde functies
•Get (LaatsteExterneFoutGegevens) – Deze functie retourneert nu informatie wanneer het niet lukt om plug-ins te installeren of te laden. Raadpleeg Get (LaatsteExterneFoutGegevens) functie.
•GetLayoutObjectAttribute – In FileMaker WebDirect geeft deze functie nu een resultaat voor de eigenschappen van de content
en source
wanneer deze actief is in een grafiek, en voor de eigenschappen van de source
wanneer deze actief is op een web viewer. Raadpleeg GetLayoutObjectAttribute functie.
•Eigen functies die gebruikmaken van niet-staartrecursie zijn nu standaard beperkt tot 50.000 iteraties in plaats van 10.000, afhankelijk van de ruimte in het geheugen die beschikbaar is voor aanroepen. De limiet kan worden verhoogd of verlaagd met behulp van SetRecursion functie.
•De ondersteuning voor de Photoshop-afbeeldingsindeling is hersteld in macOS. Raadpleeg Gegevens gebruiken in containervelden.
•Nu is het versienummer opgenomen in de naam van de FileMaker Pro Advanced-toepassing. Als u externe scripts gebruikt die afhankelijk zijn van de naam van de toepassing, moet u deze mogelijk bijwerken.