In een veld kunnen vooraf bepaalde waarden worden weergegeven als een groep keuzerondjes, een groep selectievakjes, een keuzelijst of een venstermenu. Met deze invoerlijsten kunt u vooraf ingestelde gegevens snel invoeren.
Om dit te doen | Doet u dit in de bladermodus |
Een vooraf bepaalde waarde kiezen in een keuzelijst of een venstermenu | Klik op het veld en kies een waarde in het venstermenu of de keuzelijst. |
Een waarde typen die niet in een lijst voorkomt | Klik nogmaals op het veld en typ de waarde. |
Een andere suggestie in de lijst selecteren | Ga naar de gewenste suggestie met de pijltoetsen, de toetsen Page Up en Page Down of de toetsen Home en End. |
Een keuzerondje (optie) inschakelen | Klik op de knop om de waarde te selecteren. U kunt de selectie opheffen door de Shift-toets ingedrukt te houden en op het rondje te klikken. |
Eén of meer selectievakjes inschakelen | Klik op een selectievakje om waarden te selecteren of te wissen. |
Een waarde invoeren die niet in een keuzelijst staat | Kies of klik op Andere. Typ een waarde in het dialoogvenster en klik op OK. |
Een waarde voor Andere wissen | Kies of klik op Andere. Verwijder de bijbehorende waarde in het dialoogvenster en klik op OK. (Door deze actie wordt het veld gewist.) |
Een invoerlijst bewerken | Kies Bewerken en wijzig de waarden in het dialoogvenster. Klik op OK. |
Een keuzelijst openen en sluiten | Druk op Esc. Als er een besturingselement van een pijl naast het veld staat, kunt u ook op de pijl klikken. |
Een venstermenu openen en sluiten | Windows: Druk op Esc. macOS: Druk op de spatiebalk. Als er een besturingselement van een pijl naast het veld staat, kunt u ook op de pijl klikken. |
•De veldinstelling bepaalt welke opties beschikbaar zijn in een invoerlijst. Bij de instelling wordt bijvoorbeeld bepaald of de opties Andere of Bewerken worden weergegeven in groepen keuzerondjes, groepen selectievakjes, keuzelijsten of venstermenu's. Raadpleeg Een veld zodanig instellen dat het als een venstermenu, een groep selectievakjes of een ander besturingselement wordt weergegeven.
•Als het veld met de bevestigingsinstelling Deel van invoerlijst is gedefinieerd, kunt u geen waarde typen die niet in de invoerlijst voorkomt. Raadpleeg Veldbevestiging definiëren.
•Als u met het toetsenbord waarden voor keuzerondjes en selectievakjes wilt invoeren, selecteert u het veld met Tab en typt u de eerste letter van de waarde die u wilt invoeren. U kunt deze waarde ook selecteren met de pijltoetsen. Druk vervolgens op de spatiebalk om de waarde in te voeren.
•U kunt Shift-klikken op een keuzerondje om het uit te schakelen.
•Shift-klikken op een keuzerondje schakelt in bepaalde gevallen het veld niet uit. Voorbeeld: een veld met de naam Kleur is op Lay-out 1 zodanig opgemaakt dat het twee keuzerondjes weergeeft: Zwart en Wit. Het veld Kleur is op Lay-out 2 opgemaakt als een tekstinvoervak dat elke waarde accepteert. Als een gebruiker Rood invoert in het veld in Lay-out #2, wordt de informatie opgeslagen in het veld maar niet weergegeven in Lay-out #1. Als u het veld uit Lay-out #1 wilt wissen, selecteert u het veld en kiest u vervolgens Bewerken > Wissen.