U gebruikt accounts,
privilegesets en
uitgebreide privileges om FileMaker Pro-databasebestanden te beveiligen.
Als u bestanden host met FileMaker Server, kunt u accounts voor de externe server maken waarmee verificatiegegevens worden verkregen van een verificatieserver, zoals een Apple Open Directory- of Windows-domein. Hierdoor kunt u gebruikmaken van een centraal beheerde gebruikersdirectory die mogelijk al wordt gebruikt voor het toegangsbeheer op andere netwerkbronnen zoals bestandsservers. Raadpleeg
Accounts maken die via een externe server worden geverifieerd.
Een privilegeset bepaalt het niveau van de toegang tot een databasebestand. Wanneer u een privilegeset maakt, kunt u kiezen uit tal van beschikbare opties om de databasetoegang te beperken. U kunt bijvoorbeeld beperken welke lay-outs kunnen worden weergegeven, welke menu's beschikbaar zijn en instellen of afdrukken is toegestaan. Privilegesets kunnen ook de toegang beperken tot bepaalde
tabellen,
records of
velden in een bestand. Aan elke account is een privilegeset toegewezen, die het toegangsniveau bepaalt wanneer iemand met die account een bestand opent.
Zie Uitgebreide privileges beheren voor meer informatie over uitgebreide privileges.