Installeert een plug-inbestand vanaf een containerveld op uw computer of werkt het bij.
Taken automatiseren met scripts
Met Doelveld opgeven geeft u het containerveld op met de plug-in die u wilt installeren of bijwerken. Als er geen veld is opgegeven, installeert FileMaker Pro Advanced de plug-in in het actieve containerveld in de actieve tabel.
Product | Ondersteund |
FileMaker Pro Advanced | Ja |
FileMaker Go | Nee |
FileMaker WebDirect | Ja |
FileMaker Server | Ja |
FileMaker Cloud-product | Ja |
FileMaker Data API | Nee |
Custom Web Publishing | Ja |
Runtime-oplossing | Ja |
FileMaker Pro 12.0
U kunt de plug-in pas installeren of bijwerken als u de plug-in hebt ingevoegd in een containerveld. Raadpleeg Bestand invoegen of Plug-ins installeren.
Alleen plug-inbestanden van FileMaker kunnen worden geïnstalleerd. Als er een ander bestand dan een plug-inbestand in het doelveld of actieve containerveld staat, gebeurt er niets wanneer het script wordt uitgevoerd. In Windows moet de extensie van plug-ins .fmx (32-bits versie van FileMaker Pro Advanced) of .fmx64 (64-bits versie van FileMaker Pro Advanced) zijn. In macOS moet de extensie van plug-ins .fmplugin zijn.
Gecomprimeerde plug-inbestanden in ZIP-indeling of plug-inbestanden in TAR-indeling kunnen niet worden geïnstalleerd.
U kunt de functie Get (GeïnstalleerdeFMPlugins) gebruiken om de naam, versie en de ingeschakelde status van een geïnstalleerde plug-in te identificeren. Deze functie kan u helpen te bepalen of de geïnstalleerde plug-in nieuwer of ouder is dan de plug-in die het oplossingsbestand vereist. Raadpleeg Get (GeïnstalleerdeFMPlugins).
FileMaker Pro Advanced kan plug-ins pas herkennen als deze zijn ingeschakeld in de voorkeuren voor plug-ins. Als de scriptstap 'Plug-inbestand installeren' een plug-inupdate installeert maar de plug-in is uitgeschakeld in de voorkeuren voor plug-ins, installeert FileMaker Pro Advanced de update maar schakelt het de plug-in niet in. Raadpleeg Plug-invoorkeuren instellen.
Voor bestanden die worden gehost door FileMaker Server of FileMaker Cloud for AWS moet de serverbeheerder de scriptstap 'Plug-inbestand installeren' inschakelen in de Admin Console. Raadpleeg FileMaker Server Help of de documentatie over FileMaker Cloud-producten in het Centrum voor productdocumentatie.
•FileMaker Pro Advanced kan alleen plug-ins installeren die overeenkomen met de architectuur van het FileMaker Pro Advanced-programma. Bijvoorbeeld: de 64-bits versie van FileMaker Pro Advanced kan alleen 64-bits plug-ins installeren. Gebruik de Get (ProgrammaArchitectuur) functie om de architectuur van het huidige programma te bepalen.
•De systeembeheerder kan het gepersonaliseerde bestand gebruiken tijdens de installatie op meerdere computers om plug-ins uit te schakelen en te voorkomen dat plug-inupdates worden geïnstalleerd in FileMaker Pro Advanced. Raadpleeg de FileMaker Pro Advanced-handleiding voor netwerkinstallaties.
•Deze scriptstap wordt niet ondersteund in scripts aan serverzijde die worden uitgevoerd door een FileMaker Cloud-host.
Dit voorbeeldscript installeert de plug-in Video.
Aangepast dialoogvenster tonen ["Wilt u de nieuwste versie van de plug-in Video installeren?"]
If [Get (KeuzeLaatsteBericht) = 1]
Plug-inbestand installeren [Plug-ins::Video]
End If
Detecteert de programma-architectuur en installeert vervolgens de gepaste versie van een plug-in.
If [Get (ProgrammaArchitectuur) = "i386"]
Plug-inbestand installeren [Plug-ins::32-bits]
Else If [Get (ProgrammaArchitectuur) = "x86_64"]
Plug-inbestand installeren [Plug-ins::64-bits]
End If