Mail verzenden
Doel
Verstuurt een e-mailbericht via een e-mailprogramma of via SMTP.
Zie ook
Opmaak
Mail verzenden [Verzenden via e-mailclient/Verzenden via SMTP-server]; Met dialoogvenster: Aan/Uit; Aan: “<aan>”; CC: “<CC>”; BCC: “<BCC>”; Onderwerp: “<onderwerp>”; Bericht: “<bericht>”; “<bijlage>”]
Opties
•Met dialoogvenster geeft aan hoe FileMaker Pro de opgestelde e-mail verwerkt. Als u Met dialoogvenster instelt op Aan, wordt het opgestelde bericht open gelaten zodat het in het e-mailprogramma kan worden gereviseerd. (In sommige e-mailprogramma's wordt het nieuwe bericht opgeslagen in de map Concepten.) Als Met dialoogvenster is ingesteld op Uit, plaatst FileMaker Pro de opgestelde e-mail in het postvak voor uitgaande post van het e-mailprogramma, klaar voor verzending.
•Opgeven geeft het dialoogvenster Mail verzenden weer waarin u de opties voor uw e-mail kunt instellen. Kies de methode waarmee u e-mail wilt verzenden:
E-mailclient of
SMTP-server. (Als u
SMTP-serverkiest, wordt het dialoogvenster voor SMTP-opties weergegeven. Zie
SMTP-opties invoeren of bewerken voor meer informatie over het instellen van SMTP-opties.) Kies vervolgens de optie
Eén e-mail met gegevens uit de huidige record of
Meerdere e-mails (één voor elke record in gevonden reeks).
Opmerking Als u SMTP-server en Meerdere e-mails (één voor elke record in gevonden reeks) kiest en FileMaker bij verzending van een van de records een fout aantreft, worden de overige records niet verzonden.
Voor elk van de volgende opties kunt u rechtstreeks tekst invoeren of waarden invoeren vanuit het standaard e-mailprogramma (Windows), een veld of op basis van een berekening.
•Windows: Selecteer E-mailadressen opgeven om een of meer e-mailadressen op te geven. Scheid elk adres met een puntkomma of een terugloopteken.
•Selecteer Veldnaam opgeven om een veld op te geven dat een of meer e-mailadressen bevat.
•Selecteer Berekening opgeven om een berekening op te geven die een of meer e-mailadressen genereert.
•Als u met de optie
Veldnaam opgeven een waarde opgeeft voor de velden
Aan,
CC en/of
BCC, kunt u ook
Adressen uit gevonden reeks verzamelen kiezen om op te geven dat alle waarden uit dit veld in de huidige
gevonden reeks moeten worden gebruikt (om een bericht aan meerdere ontvangers te adresseren).
•Bij Aan worden de adressen van de ontvangers opgeslagen.
•Bij CC worden de adressen van de ontvangers van een kopie opgeslagen.
•Bij BCC worden de niet-zichtbare adressen van de ontvangers van een kopie opgeslagen.
Opmerking Als u meerdere e-mailadressen opgeeft voor de opties Aan, CC of BCC, gebruikt u een terugloopteken of een puntkomma om het e-mailadres van elke ontvanger te scheiden. Sommige e-mailprogramma's aanvaarden geen andere scheidingstekens, zoals een komma.
•Geef bij Onderwerp de titel voor de e-mail op.
•Geef bij Bericht de tekst van de e-mail op. U kunt het bericht als tekst invoeren, u kunt een veldwaarde gebruiken, een bericht laten berekenen of tekst uit een bestand invoegen.
•Schakel
Bestand toevoegen in als u een bestand wilt selecteren dat u als bijlage bij het bericht wilt verzenden. Raadpleeg
Bestandspaden maken voor meer informatie.
Compatibiliteit
Waar de scriptstap wordt uitgevoerd | Ondersteund |
FileMaker Pro | Ja |
FileMaker Server | Gedeeltelijk |
FileMaker Go | Gedeeltelijk |
Custom Web Publishing | Gedeeltelijk |
FileMaker WebDirect | Gedeeltelijk |
Runtime-oplossing | Ja |
Afkomstig van
FileMaker Pro 6.0 of lager
Beschrijving
'Mail verzenden' verstuurt een e-mail via intranet of internet met behulp van een e-mailprogramma of via SMTP (Simple Mail Transfer Protocol).
Opmerkingen
•E-mail verzenden met een e-mailprogramma wordt niet ondersteund in Custom Web Publishing of in scripts die op een server worden uitgevoerd.
•Scripts op een server ondersteunen de verzending van e-mail via SMTP. Als u echter een bestand toevoegt, moet dat bestand in een map staan waartoe FileMaker Server toegang heeft. Raadpleeg
Paden in scripts op servers.
•FileMaker WebDirect biedt geen ondersteuning voor de optie Bestand toevoegen. Internetgebruikers moeten opgeslagen of geëxporteerde bestanden handmatig toevoegen aan e-mailberichten.
•Custom Web Publishing biedt geen ondersteuning voor de optie Bestand toevoegen.
•FileMaker WebDirect biedt geen ondersteuning voor de optie Met dialoogvenster: Uit wanneer mail via een e-mailprogramma wordt verzonden.
•FileMaker Go biedt geen ondersteuning voor de optie Met dialoogvenster: Uit. De e-mail verschijnt op het apparaat en u kunt het bericht handmatig verzenden.
•Als deze scriptstap een e-mail verstuurt via een e-mailprogramma in FileMaker WebDirect, beperkt u de velden Aan, CC, BCC, Onderwerp en Tekst tot maximaal 2.000 tekens. Als de e-mail meer dan 2.000 tekens bevat, staat de webbrowser mogelijk niet toe dat FileMaker WebDirect het bericht verstuurt.
•Zo verzendt u een e-mail via een e-mailprogramma:
•Windows: het bestand Win.ini moet een sectie [Mail] bevatten.
•Als u Meerdere e-mails en Adressen uit gevonden reeks verzamelen inschakelt, genereert FileMaker Pro een e-mail voor elke record in de gevonden reeks. Elk bericht is geadresseerd aan iedereen die is opgegeven in de vakken Aan, CC en BCC voor elke record in de gevonden reeks.
•De scriptstap Mail verzenden bepaalt niet het uiterlijk van het lettertype. Gebruik de e-mailclient om wijzigingen in het lettertype aan te brengen.
•FileMaker Pro verzendt e-mails als tekst zonder opmaak. Als u de inhoud en de opmaak van een bericht wilt wijzigen, kiest u ervoor om het bericht te verzenden via een e-mailprogramma en stelt u de optie Met dialoogvenster in op Aan. Vervolgens kunt u het bericht bewerken in het e-mailprogramma alvorens het wordt verzonden.
•FileMaker Pro verifieert u het SSL-certificaat van een SMTP-server die een gecodeerde verbinding gebruikt. Als het certificaat niet kan worden geverifieerd, kunnen gebruikers ervoor kiezen om toch verbinding te maken of om te annuleren zodat deze scriptstap wordt overgeslagen. Als het certificaat niet kan worden geverifieerd en de
Foutafvanging instellen scriptstap is ingesteld op
Aan, werkt deze scriptstap alsof de server niet beschikbaar is. Als het certificaat niet kan worden geverifieerd in scripts die op een server worden uitgevoerd, Custom Web Publishing en FileMaker WebDirect, werkt deze scriptstap alsof deze is geannuleerd door de gebruiker.
Voorbeeld 1
Dit voorbeeldscript gaat naar de lay-out Klanten, voert een zoekopdracht uit en stuurt een vooraf geschreven e-mail naar het adres in het veld E-mailadres in de huidige record zonder de gebruiker te vragen.
Ga naar lay-out ["Klanten"]
Zoekopdracht uitvoeren [Herstellen]
Mail verzenden [Verzenden via e-mailclient; Met dialoogvenster: Uit; Aan: Klanten::E-mailadres; Onderwerp: Facturen::Resumé; Bericht: "Beste klant,¶¶Dank u voor uw opdracht."]
#De optie Adressen uit gevonden reeks verzamelen is niet ingeschakeld.
Voorbeeld 2
Dit voorbeeldscript slaat de huidige record op als PDF en verzendt de PDF als e-mail naar het adres in het veld E-mailadres in de huidige record.
Ga naar lay-out ["Facturen afdrukken"]
Records opslaan als PDF [Herstellen; Met dialoogvenster: Uit; "Factuur.pdf"; Huidige record]
Mail verzenden [Verzenden via e-mailclient; Met dialoogvenster: Uit; Aan: Klanten::E-mailadres; Onderwerp: Facturen::Resumé; Bericht: "Beste klant,¶¶Dank u voor uw opdracht. U vindt uw factuur in de bijlage."; "Factuur.pdf"]
Ga naar lay-out [originele lay-out]
Verwante onderwerpen