Gereserveerde woorden of symbolen gebruiken voor een veld- of tabelnaam
Wanneer u
tabellen,
velden en
formules definieert, is in FileMaker Pro het gebruik van bepaalde woorden en symbolen gereserveerd, waaronder:
•De namen van
functies zonder argumenten, zoals Pi of Random.
•Vooraf gedefinieerde parameters van bepaalde functies, zoals de lettertypescripts Romeins en Grieks voor de functie TextFont.
•Bepaalde trefwoorden en symbolen. Zie
Velden benoemen voor meer richtlijnen.
Vermijd het gebruik van deze woorden en symbolen in veld- en tabelnamen, omdat in berekeningen moeilijk naar die namen verwezen kan worden.
Als een van uw veld- of tabelnamen een gereserveerd woord is of een gereserveerd symbool bevat, moet u de tekens ${ } rond de naam plaatsen wanneer deze in een functie voorkomt.
Tip Wanneer u dubbelklikt om een veld voor een berekening te kiezen, plaatst FileMaker Pro automatisch de tekens ${ } rond veldnamen die gereserveerde woorden zijn of gereserveerde symbolen bevatten.
Voorbeelden
${A + B} geeft als resultaat de inhoud van een veld met de naam A + B.
${0,123} geeft als resultaat de inhoud van een veld met de naam 0,123.
${Pi} geeft als resultaat de inhoud van een veld met de naam Pi.
Opmerking Tijdens de bestandsconversie plaatst FileMaker Pro de tekens ${ } rond veldnamen die strijdig zijn met gereserveerde woorden en symbolen.
Verwante onderwerpen