Een
formule berekent één waarde op basis van
constanten (zoals 1,07 of "hallo"),
operatoren (zoals “+” of “>”) en veldverwijzingen (zoals Subtotaal of Factuurtotaal) die u invoert. Als het BTW-tarief voor uw land bijvoorbeeld 19% is en u hebt een veld met de naam Subtotaal, kunt u een veld maken met de naam Factuurtotaal dat de waarde bevat van de formule
Subtotaal * 1,19.
Als een formule vaak wordt gebruikt, geeft FileMaker Pro de formule een naam en wordt exact aangegeven hoe u de formule moet gebruiken. Een dergelijke benoemde en vooraf gedefinieerde formule wordt een
functie genoemd. Als u bijvoorbeeld het gemiddelde van enkele testresultaten wilt weten, kunt u uw eigen formule schrijven die alle resultaten optelt en het totaal deelt door het aantal resultaten. U kunt hetzelfde resultaat gemakkelijker bereiken door de functie
Average te gebruiken en de regels te volgen voor het gebruik ervan.