Velden definiëren en wijzigen
Wanneer u een nieuwe oplossing maakt, wordt FileMaker Pro in de
modus Bladeren geopend en ziet u het dialoogvenster Database beheren waarin u
velden kunt definiëren. U maakt elke
veldnaam en kiest het
veldtype ervan. Daarna kunt u opties selecteren die bepalen hoe gegevens in het veld worden geïnterpreteerd, ingevoerd, berekend, opgeslagen en weergegeven.
Zo definieert of wijzigt u velden:
1. Als u een nieuwe oplossing maakt, wordt het dialoogvenster Database beheren in de modus Bladeren geopend.
Om bestaande velddefinities te wijzigen, kiest u Bestand > Beheren > Database.
2. Klik op het tabblad Velden als het niet wordt weergegeven.
3. Kies indien nodig de gepaste
tabel uit de lijst
Tabel.
4. Voeg velden toe, wijzig ze of verwijder ze.
Om dit te doen | Gaat u als volgt te werk |
Een veld toevoegen | Typ in het invoervak Veldnaam een naam voor het veld. Kies bij Type een veldtype. Klik vervolgens op Maken. Klik op Opties om opties voor de bevestiging, automatische invoer en opslag in te stellen voor het veld. Raadpleeg Opties instellen voor velden. |
Een veldnaam wijzigen | Selecteer het veld. Typ bij Veldnaam de nieuwe naam en klik op Wijzigen. Raadpleeg Velden benoemen. |
Het veldtype wijzigen | Selecteer het veld. Selecteer bij Type een nieuw veldtype en klik op Wijzigen. Raadpleeg Veldtypen selecteren. |
Veldopties wijzigen | Dubbelklik op de veldnaam of selecteer het veld en klik op Opties. |
Een veld verwijderen | Selecteer het veld en klik op Verwijderen. |
| Selecteer het berekeningveld en klik op Opties (of dubbelklik op de veldnaam). Maak de gewenste wijzigingen in het dialoogvenster Berekening opgeven en klik op OK. Raadpleeg Berekeningvelden definiëren. |
| Selecteer het resuméveld en klik op Opties (of dubbelklik op de veldnaam). Maak in het dialoogvenster Opties voor resuméveld uw wijzigingen en klik op OK. Raadpleeg Resumévelden definiëren. |
Opmerkingen
•Als u een berekeningsformule of resuméberekening hebt gewijzigd, worden in FileMaker Pro de waarden opnieuw berekend wanneer u het dialoogvenster Database beheren sluit.
•Als u gedefinieerde velden automatisch in een lay-out wilt plaatsen, selecteer u de voorkeur
Nieuwe velden toevoegen aan actieve lay-out (in het dialoogvenster Voorkeuren) alvorens de velden te definiëren. Raadpleeg
Lay-outvoorkeuren instellen.
•Voor het wijzigen van de volgorde waarin velden verschijnen in het dialoogvenster Database beheren (en alle dialoogvensters die velden in een lijst weergeven) sleept u de dubbele pijl
naast de velddefinitie omhoog of omlaag. Als u opnieuw wilt ordenen op veldnaam of type, klikt u op de kolomkop
Veldnaam of
Type.
Verwante onderwerpen