Een knoppenbalk definiëren of wijzigen
U kunt een
knoppenbalk definiëren om meerdere
knoppen en
popover-knoppen horizontaal of verticaal weer te geven. Voor elke knop of popover-knop kunt u een tekstlabel, een pictogram of tekst en een pictogram toevoegen. Voor knoppen kunt u een enkele opdracht of een
script toewijzen dat moet worden uitgevoerd.
Zo definieert of wijzigt u een knoppenbalk:
1. Als een knop of popover-knop in de knoppenbalk een script gaat uitvoeren (in tegenstelling tot een enkele FileMaker Pro-opdracht), kunt u eerst het script maken.
•Als u een nieuwe knoppenbalk wilt definiëren, klikt u in de
statusbalk op het
Knoppenbalkgereedschap en sleept u vervolgens de kruiscursor om de knoppenbalk te tekenen. FileMaker Pro maakt een knoppenbalk met drie
segmenten in de lay-out en geeft het dialoogvenster Instellingen van knoppenbalk weer. (U kunt de segmenten als knoppen of popover-knoppen definiëren.)
•Als u de definitie van een knoppenbalk wilt wijzigen, dubbelklikt u op de knoppenbalk in de lay-out. FileMaker Pro geeft het dialoogvenster Instellingen van knoppenbalk weer..
3. Kies de richting van de knoppenbalk: klik op
of
.
4. Kies hoe de labels op alle knoppen in de knoppenbalk moeten verschijnen.
Standaard maakt FileMaker Pro een label dat alleen uit tekst bestaat en is gecentreerd.
5. Bij Actief segment kiest u het segment dat standaard de actieve weergavestatus in de modi Bladeren en Zoeken zal zijn.
Kies
Geen om geen actief segment te hebben. Als u een berekening voor het actieve segment wilt maken, kiest u
Opgeven en voert u een formule in die als resultaat de objectnaam van het segment geeft. Raadpleeg
Objecten benoemen en
Werken met formules en functies.
6. Klik op
of
om naar het segment te gaan dat u wilt ontwerpen en maak vervolgens een label.
Voor labels met | Gaat u als volgt te werk |
Alleen tekst | Typ het label in het tekstvak. |
Alleen een pictogram | Klik op en klik vervolgens op een pictogram uit de beschikbare keuzes. Om de grootte van het pictogram te wijzigen, sleept u de schuifregelaar (de grootte van het pictogram wijzigt in de lay-out) of voert u een grootte in (in punten). Als u een eigen pictogram wilt gebruiken, klikt u op +, kiest u een bestandsnaam (met de indeling PNG of SVG) en klikt u vervolgens op Openen (Windows) of op Invoegen (macOS). Voor meer informatie over SVG-ondersteuning raadpleegt u FileMaker Pro SVG-grammatica voor knoppictogrammen. Als u een eigen pictogram wilt verwijderen uit de lijst met keuzes in dit bestand, selecteert u het pictogram en klikt u vervolgens op —. Het pictogram wordt uit de lijst verwijderd maar knoppen of popover-knoppen die het verwijderde pictogram gebruiken, wijzigen niet. |
Tekst en een pictogram | Typ het label in het tekstvak en klik op een pictogram uit de keuzes die verschijnen. Gebruik de bovenstaande informatie om het label te voltooien. |
Als u een segment wilt toevoegen aan de knoppenbalk, klikt u op +. Als u een segment wilt verwijderen, selecteert u het segment en klikt u op —.
7. Kies een knoptype voor het segment: Knop of Popover-knop.
8. Als u koos voor:
•Knop, kiest u een actie en wijzigt u het uiterlijk van de cursor (raadpleeg stappen 5 en 6 van
Een knop definiëren of wijzigen). Ga daarna verder met stap 9 hieronder.
9. Herhaal stappen 6 tot en met 8 om elk segment te definiëren.
Zo ordent u opnieuw segmenten in een knoppenbalk:
1. Selecteer de knoppenbalk in de modus Lay-out.
2. Klik en houd de muisknop even ingedrukt op het segment en sleep vervolgens het segment naar de nieuwe positie.
Zo verplaatst u een knoppenbalk:
•Selecteer in de modus Lay-out de knoppenbalk en sleep vervolgens de knoppenbalk naar de nieuwe locatie.
Opmerkingen
Verwante onderwerpen