Privilegesets maken en bewerken
Een privilegeset bepaalt het niveau van toegang tot een database. U kunt bijvoorbeeld beperken welke
lay-outs kunnen worden weergegeven, welke menu's beschikbaar zijn en instellen of afdrukken is toegestaan. Raadpleeg
Accounts, privilegesets en uitgebreide privileges.
U kunt net zoveel privilegesets maken als u nodig hebt om de toegangstypen te definiëren die u voor een bestand wilt toestaan. Elk databasebestand bevat ook drie vooraf gedefinieerde privilegesets voor algemene toegangsniveaus. Raadpleeg
Vooraf gedefinieerde privilegesets gebruiken. Vervolgens moet u accounts zo maken of bewerken dat ze de juiste privilegesets gebruiken. Raadpleeg
Accounts beheren.
Als u privilegesets voor een bestand wilt maken en beheren, moet u het bestand openen met een
account waaraan de privilegeset Volledige toegang is toegewezen. Dat is de enige privilegeset die toestaat dat u wijzigingen maakt aan de privileges van een bestand. Als u het bestand opent met onvoldoende privileges, is de menuopdracht
Bestand >
Beheren >
Beveiliging uitgeschakeld.
U kunt privilegesets maken en wijzigen in een gedeeld bestand wanneer dit door
clients wordt gebruikt. De wijzigingen in privilegesets gaan onmiddellijk van kracht. De huidige clients worden door deze wijzigingen niet verstoord. Als u bijvoorbeeld privileges voor een privilegeset wijzigt wanneer deze door een of meer clients wordt gebruikt, worden de nieuwe privileges pas van kracht wanneer ze het bestand de volgende keer openen.
In de volgende tabel ziet u welke acties u kunt uitvoeren op elke vooraf gedefinieerde privilegeset en andere privilegesets die door een account worden gebruikt.
Actie | Privilegeset 'Volledige toegang' (vooraf gedefinieerd) | Privilegeset 'Alleen gegevensinvoer' (vooraf gedefinieerd) | Privilegeset 'Alleen-lezen' (vooraf gedefinieerd) | Andere privilegeset die door een account wordt gebruikt |
Wijzigen | | Ja |
Delete | Nee | Nee | Nee | Nee* |
Dupliceren | Nee | Ja | Ja | Ja |
* Alvorens u een privilegeset verwijdert, bewerkt u de accounts zodanig dat ze de privilegeset niet langer gebruiken. Raadpleeg
Accounts maken en bewerken.
Zo maakt of bewerkt u een privilegeset:
1. Kies Bestand > Beheren > Beveiliging.
Als de basisbeveiligingsinstellingen in het dialoogvenster 'Beveiliging beheren' worden weergegeven, klikt u op Gedetailleerde instelling gebruiken.
2. Klik op het tabblad Privilegesets.
3. Klik op Nieuw om een nieuwe privilegeset te maken. Om een bestaande privilegeset te bewerken, selecteert u de privilegeset en klikt u vervolgens op Bewerken.
4. Voer de naam en (optionele) beschrijving voor de privilegeset in of wijzig deze.
Als u de naam van een privilegeset wijzigt, wordt de nieuwe naam bijgewerkt in alle accounts die de privilegeset gebruiken.
5. Beheer de privileges voor de privilegeset. Raadpleeg:
Verwante onderwerpen