Records importerenRecords importeren [Geen dialoogvenster; "<bron of bestandsnaam>"; Toevoegen/Bestaande records bijwerken/Overeenkomende records bijwerken; <platform en tekenset>]
• Als u de optie Zonder dialoogvenster inschakelt, worden dialoogvensters die betrekking hebben op importeren niet weergegeven wanneer deze scriptstap wordt uitgevoerd. Wanneer er echter geen gegevensbronbestand is opgegeven, wordt het dialoogvenster Bestand openen weergegeven wanneer een script wordt uitgevoerd vanuit FileMaker Pro.
• Met Gegevensbron opgeven geeft u het bestand of de bron van de gegevens op die u wilt importeren. Afhankelijk van het gekozen bestand of de gekozen bron verschijnt er een dialoogvenster waarin u de volgende extra opties kunt opgeven:
• Met Importeervolgorde opgeven geeft u aan dat FileMaker Pro een vooraf gedefinieerde volgorde voor importeren moet gebruiken. De volgorde voor importeren die het laatst is gebruikt in het bestand wordt als standaardwaarde weergegeven, maar deze waarde kan worden gewijzigd. Met deze optie kunt u ook opgeven of de gegevens uit herhalende velden bij elkaar moeten blijven of dat herhalende velden in afzonderlijke records moeten worden opgesplitst. Bovendien kunt u met deze optie bepalen of nieuwe records worden toegevoegd of gegevens in de actieve gevonden reeks worden vervangen of dat gegevens als een nieuwe tabel worden geïmporteerd.
U kunt de importeervolgorde opgeven en de optie Importeervolgorde opgeven gebruiken of deze scriptstap met het dialoogvenster uitvoeren zodat de gebruiker nieuwe criteria kan opgeven, zoals gegevens importeren als een nieuwe tabel.Wanneer u deze scriptstap opneemt in een gepland FileMaker Server-script en Zonder dialoogvenster niet inschakelt, verschijnt de tekst (NIET compatibel) na de scriptstap. Het script wordt echter wel uitgevoerd en gedraagt zich hetzelfde als wanneer Zonder dialoogvenster wel was ingeschakeld. Raadpleeg Get(LijstDocumentenpad) functie voor meer informatie.
• Als er in FileMaker Pro geen absoluut pad is opgegeven in een script dat wordt uitgevoerd vanuit FileMaker Pro, wordt verondersteld dat het pad verwijst naar de locatie van het databasebestand waaruit het script is uitgevoerd. Als bijvoorbeeld een script met de scriptstap Records exporteren wordt uitgevoerd met de padnaam bestand:/export.tab, en het bestand dat het script uitvoert /Mijnbestanden/Bibliotheek/Boeken.fmp12 is, wordt het geëxporteerde bestand gemaakt als /Mijnbestanden/Bibliotheek/export.tab.
•
• FileMaker WebDirect biedt geen ondersteuning voor de opties Zonder dialoogvenster of Gegevensbron opgeven.Dit voorbeeldscript stelt de waarde voor het volgende volgnummer in nadat de records zijn geïmporteerd. Handig als Opties voor automatisch invoeren gebruiken tijdens importeren niet is geselecteerd om gegevens en andere automatisch ingevoerde gegevens te behouden.