Bestandspaden makenIn FileMaker Pro kunt u bestandspaden naar een extern bestand of externe FileMaker-gegevensbron opgeven.Zie Verbinding maken met gegevensbronnen voor informatie over het toevoegen van een FileMaker-gegevensbron en het opgeven van bestandspaden.
Het netwerkpad naar een gedeeld FileMaker Pro-bestand
• Voorbeeld 1: in dit voorbeeld moet een FileMaker Pro-database werken op twee verschillende besturingssystemen: een Windows-systeem met toegang tot lokale Windows-bestanden en een OS X-systeem met toegang tot lokale OS X-bestanden. Op beide platforms moet de database toegang hebben tot een lokaal bestand met de naam test.xlsx.
• Voorbeeld 2: in dit voorbeeld voor een recordimport met script moet een FileMaker Pro-database toegang hebben tot een bestand dat wordt gehost. Aangezien de host echter mogelijk niet beschikbaar is, verwijst u ook naar twee alternatieve bestanden, de ene gehost door een andere server, de andere lokaal op de vaste schijf opgeslagen. Als het eerste netwerkbestand niet beschikbaar is, zoekt FileMaker Pro het tweede netwerkbestand. Als het tweede netwerkbestand eveneens niet beschikbaar is, zoekt FileMaker Pro het lokale bestand.U kunt variabelen gebruiken in bestandspaden. Met variabelen kunt u dynamisch bestands- of mappaden opgeven voor veel scripts, bijvoorbeeld de scriptstap Records exporteren. Raadpleeg Variabelen gebruiken.Gebruik de Variabele instellen scriptstap als u lokale en algemene variabelen wilt maken.U kunt ook met de Let functie variabelen in berekeningen opgeven.
• Als u platformspecifieke bestandspaden wilt maken, laat u het bestandspad beginnen met filemac of filewin. FileMaker Pro zoekt alleen in het platformspecifieke bestandspad dat overeenkomt met het besturingssysteem waarop de FileMaker Pro-toepassing wordt uitgevoerd.
• Als u een bestandspad wilt maken voor gebruik met de PDF invoegen scriptstap of de Afbeelding invoegen scriptstap, begint u het bestandspad met image, imagemac of imagewin.
• Als u een bestandspad wilt maken voor gebruik met de Audio/video invoegen scriptstap, begint u het bestandspad met movie, moviemac of moviewin.
• FileMaker raadt het gebruik van sterretjes (*) als jokerteken in netwerkpaden af, omdat dit het FileMaker-netwerkverkeer vertraagt. Vervang een asterisk waar mogelijk door het juiste IP-adres of gebruik variabelen in bestandspaden. Als u een database hebt omgezet vanuit een vorige versie van FileMaker Pro, controleert u de geconverteerde gegevensbronnen en vervangt u alle asterisken door gekende IP-adressen of netwerkbestandspaden.
•
• Variabelen worden niet ondersteund in FileMaker-gegevensbronnen. Zie Externe FileMaker-gegevensbronnen bewerken voor meer informatie over gegevensbronnen.