Lay-outs en rapporten maken en beheren > Werken met lay-outgedeelten > Pagina-einden en -nummers definiëren
 

Pagina-einden en -nummers definiëren

Doorgaans kunt u pagina-instellingen alleen opgeven in subresumégedeelten maar opties voor pagina-einden kunt u in elk gedeelte van de lay-out instellen, met uitzondering van kop- en voetgedeelten en bovenste en onderste navigatiegedeelten. De door u ingevoerde wijzigingen in pagina-einden en paginanummering zijn alleen zichtbaar in de schermafdrukmodus en wanneer u afdrukt.

Zie Een lay-outgedeelte toevoegen voor meer informatie over het maken van een nieuw gedeelte.

Zo definieert u pagina-einden en een paginanummering voor een gedeelte:

1. In de lay-outmodus kiest u Lay-outs > Instelling gedeelten.

2. Selecteer het gedeelte in het dialoogvenster Instelling gedeelten dat verschijnt en klik daarna op Wijzigen.

U kunt ook in de lay-out dubbelklikken op het gedeeltelabel.

3. Geef opties voor pagina-einden en paginanummering op in het dialoogvenster Gedeelten definiëren.

 

Om dit te doen

Selecteer

De inhoud van het geselecteerde gedeelte (bijvoorbeeld een algemeen resumé na) op een nieuwe pagina afdrukken.

Pagina-einde vóór elk gedeelte.

Met een nieuwe pagina beginnen nadat de inhoud van het geselecteerde gedeelte een opgegeven aantal keren is afgedrukt. U kunt bijvoorbeeld vijf records afdrukken in het hoofdgedeelte en vervolgens met een nieuwe pagina beginnen.

Pagina-einde na elk(e) <waarde> gedeelte(n) en voer het gewenste aantal gedeelten per pagina in. (Met de standaardwaarde van 1 drukt u één gedeelte per pagina af.)

Het paginanummer opnieuw instellen op 1 nadat het geselecteerde gedeelte is afgedrukt. Zo kunt u met de paginanummering beginnen na het afdrukken van het titelkopgedeelte als u dit gedeelte wilt gebruiken als voorblad.

Nieuwe paginanummering na elk gedeelte.

De inhoud van het geselecteerde gedeelte over verschillende pagina's verdelen door een deel ervan onder aan de pagina en de rest op de volgende pagina af te drukken.

(In FileMaker Pro Advanced wordt de inhoud van een gedeelte alleen over twee pagina's verdeeld als u de optie hiervoor inschakelt of als het gedeelte te hoog is voor één pagina.)

Gedeelte afbreken bij pagina-einde.

Wilt u voorkomen dat het deel van het gedeelte dat niet onder aan de pagina past, boven aan de volgende pagina wordt afgedrukt, dan schakelt u ook het selectievakje Rest van gedeelte negeren bij pagina-einde in. (U kunt bijvoorbeeld de gegevens in een opmerkingenveld onder aan de pagina afdrukken en de rest weglaten.)

Opmerkingen 

Als u pagina-einden in de lay-outmodus wilt tonen of verbergen, kiest u Weergave > Pagina-einden.

Wanneer in de lay-out records van boven naar beneden in kolommen worden afgedrukt, wordt bij het afdrukken of weergeven van een schermafdruk na het gedeelte begonnen met een nieuwe kolom (geen nieuwe pagina) als u het selectievakje Pagina-einde na elk(e) <waarde> gedeelte(n) hebt ingeschakeld. Als u de records in kolommen van links naar rechts over de pagina afdrukt, wordt met een nieuwe pagina begonnen op basis van het opgegeven pagina-einde. Zie Het afdrukken van records in kolommen instellen voor meer informatie over het afdrukken van records in kolommen.

Als het hoofdgedeelte of een ander lay-outgedeelte te groot is voor de pagina, wordt in FileMaker Pro Advanced een pagina-einde aangeduid met een vette stippellijn die aangeeft waar het gedeelte wordt onderbroken wanneer u het afdrukt. Wilt u meer informatie opnemen op een pagina, dan kunt u opties voor verschuiving instellen. Op die manier kunt u velden met variabele hoeveelheden gegevens en het omringende kader verkleinen. Raadpleeg Lege ruimten op afdrukken verwijderen.

Verwante onderwerpen 

Paginanummers, datums of andere variabelen invoegen in een lay-out

Samenvoegvariabelen invoegen in een lay-out