•Kies het type grafiek dat uw vergelijking het beste overbrengt. Sommige grafiekvormen bieden een vergelijking van gelijke gegevens uit verschillende bronnen, sommige tonen trends over een bepaalde periode en sommige tonen percentages van een totaal. Raadpleeg Grafiektypen.
•Maak een schets van uw grafiek op papier zodat u makkelijker kunt bepalen welke gegevensreeksen u moet toewijzen aan de X- en Y-as (categorielabels en segmentgegevens in een cirkeldiagram). In grafieken zijn de categorielabels doorgaans op de x-as weergegeven (waarden die u vergelijkt, zoals bedrijven op basis van naam) en waarden op de y-as (waarden die u meet, zoals kwartaalcijfers voor elk bedrijf).
•Bepaal of u gegevens dient te wijzigen om uw vergelijking aan te tonen.
•Moet u berekeningen uitvoeren op de gegevens voordat u de grafiek maakt? Moet u bijvoorbeeld resumévelden aan de database toevoegen om de kwartaalverkoopcijfers te berekenen of bevat uw database al kwartaalgegevens?
•Dient u gegevens te sorteren om uw vergelijking weer te geven?
Om dit te doen | Overweegt u dit |
Resumégegevens in een grafiek uitzetten | Als u in de lay-outmodus een grafiek maakt, dienen uw gegevens correct te zijn gegroepeerd en gesorteerd en dient u uw grafiek in het juiste lay-outgedeelte te plaatsen. Raadpleeg Uw grafiek in het juiste lay-outgedeelte plaatsen. |
Gegevens in gerelateerde records in een grafiek uitzetten | U kunt gegevens sorteren op basis van gerelateerde velden, maar u moet de sorteervolgorde instellen in het dialoogvenster Grafiek instellen, niet het dialoogvenster Sorteren. Raadpleeg De gegevensbron voor een grafiek opgeven. |
Meerdere gegevenswaarden in enkele velden in een grafiek uitzetten (bijvoorbeeld gegevens in herhalende velden of gescheiden gegevens in één veld) | Als u gescheiden gegevens in een grafiek wilt uitzetten, moet uw database meerdere gegevenswaarden in aparte velden bevatten. Hiervoor kunt u een berekening of functie (zoals de functie List) gebruiken. Vervolgens geeft u één veld voor gescheiden gegevens op voor de x-as (categorielabels in cirkelgrafieken) en één gegevensveld voor de y-as (segmentgegevens in cirkelgrafieken). Wanneer u gescheiden gegevens in een grafiek uitzet, corresponderen de waarden van het x-asveld met de waarden van het y-asveld in de volgorde waarin de waarden zijn ingevoerd. Raadpleeg Voorbeeld: gescheiden gegevens in een grafiek uitzetten. Opmerking FileMaker Pro Advanced herkent alleen het regelterugloopteken als het gegevensscheidingsteken. |