Omdat het openen van ODBC-gegevensbronnen een taak is die mogelijk vaak wordt herhaald, kunt u met de scriptstap Records importeren een script maken waarmee de ODBC-gegevens automatisch worden geïmporteerd. Bepaalde scriptstapopties werken anders dan wanneer ze met andere bestandsindelingen worden gebruikt.
De optie Gegevensbron opgeven bevat:
•de naam en locatie van de gegevensbron
•de gebruikers-ID en het wachtwoord (optioneel)
•de SQL-opvraag die moet worden uitgevoerd op de gegevensbron
Raadpleeg Records importeren scriptstap voor meer informatie.
Wanneer u in de scriptstap Records importeren een ODBC-gegevensbron selecteert, wordt het dialoogvenster ODBC SQL-opvraag opgeven weergegeven. U kunt een van de volgende handelingen uitvoeren:
•Geef een berekening op om een opvraag te genereren en selecteer hierbij een veld dat een opvraag bevat (raadpleeg Een SQL-opvraag opslaan in een veld)
•een nieuwe opvraag invoeren die moet worden opgeslagen in de scriptstap Records importeren
•een opvraag maken met de opbouwfunctie voor SQL-opvragen en de opvraag opslaan in de scriptstap Records importeren.
•Als u de gebruikersnaam en het wachtwoord wilt opslaan, moet u het selectievakje Gebruikersnaam en wachtwoord opslaan inschakelen in het dialoogvenster ODBC-dialoogvenster voor het invoeren van wachtwoorden.
•Met de optie Met dialoogvenster: uit zorgt u ervoor dat geen van de dialoogvensters van een ODBC-importactie wordt weergegeven.
•Met de optie Importeervolgorde opgeven slaat u de veldvolgorde in het dialoogvenster Velden bij importeren op, net als andere importobjecten met scripts.
•Met de scriptstap Foutafvanging instellen onderdrukt u alle ODBC-waarschuwingsberichten.
•Met de functie voor ODBC-import worden de naam van de gegevensbron, de gebruikers-ID, het wachtwoord en de SQL-opvraag uit de vorige ODBC-import opgeslagen. Houd hier rekening mee wanneer u de optie Importeervolgorde opgeven of Gegevensbron opgeven selecteert.
•Als u in Windows de wisselwerking tussen meerdere toepassingen wilt automatiseren, probeer dan eens de ActiveX-functionaliteit. Raadpleeg Scripts maken met ActiveX-automatisering (Windows) voor meer informatie.
•Als u een opvraag uitvoert vanuit een veld dat geen globaalveld is, wordt de opvraag in de huidige record uitgevoerd. Raadpleeg Globaalvelden definiëren (velden met globale opslag).
•SQL-instructies zijn beperkt tot een maximale lengte van 256 K tekens (512 KB).
•Als u de scriptstap Records importeren gebruikt om ODBC-gegevens te importeren die Unicode-tekenreeksen bevatten, moet uw ODBC-stuurprogramma Unicode ondersteunen. Anders kunnen de resultaten inconsistent zijn.
•ODBC importeren, de scriptstap SQL uitvoeren en externe SQL-gegevensbronnen worden niet ondersteund in runtime-oplossingen.