Heel wat Windows-toepassingen maken gebruik van het protocol ActiveX-automatisering om hun objectmodellen te onderwerpen aan externe controle.
Dankzij de ondersteuning van ActiveX-automatisering in FileMaker Pro Advanced kunt u FileMaker Pro Advanced-databasebestanden openen en sluiten, de weergave van het programma in- en uitschakelen en FileMaker Pro Advanced-scripts uitvoeren.
FileMaker Pro Advanced is een automatiseringsserver. De objecten die FileMaker Pro Advanced beschikbaar stelt voor automatisering, zijn toegankelijk voor elke ActiveX-client of automatiseringscontroller, waaronder Visual Basic en andere vergelijkbare programmeeromgevingen.
Het grote voordeel van ActiveX-automatisering in FileMaker Pro Advanced is de mogelijkheid om FileMaker Pro Advanced-scripts te starten buiten het FileMaker Pro Advanced-programma.
Met FileMaker Pro Advanced ActiveX-automatisering en Visual Basic kunt u bijvoorbeeld uw eigen toepassing (met een eigen interface) maken en meerdere toepassingen aansturen om een taak uit te voeren. U kunt in Visual Basic bijvoorbeeld een venster met de knop 'Verkoopgegevens van vandaag ophalen' definiëren. De procedure voor "Verkoopgegevens van vandaag ophalen" opent dan een FileMaker Pro Advanced-bestand, en zoekt en exporteert vervolgens alle verkoopgegevens van die dag door een FileMaker Pro Advanced-script op te roepen. Hierna wordt Microsoft Excel gestart en wordt op basis van de geëxporteerde gegevens een grafiek gemaakt.
•Om andere toepassingen toegang te geven tot een FileMaker-oplossing met ActiveX-automatisering, moet in de accounttoegang van de gebruiker het uitgebreide privilege 'fmextscripttoegang' ingeschakeld zijn. Raadpleeg Uitgebreide privileges bewerken voor een privilegeset.
•U moet een goede kennis hebben van een programmeertaal, zoals Visual Basic of C++, om de ActiveX-automatisering in FileMaker Pro Advanced te kunnen implementeren.
•Voor meer informatie over scripts met ActiveX-automatisering kijkt u in de FileMaker Knowledge Base.