Tabel afbreken

Verwijdert alle records in de opgeven tabel ongeacht de huidige gevonden reeks.

Tabel afbreken [Met dialoogvenster: Aan/Uit; <Huidige tabel>/Tabel: “<tabelnaam>”]

•Met dialoogvenster geeft aan of bij de uitvoering van de scriptstap een dialoogvenster moet worden weergegeven waarin de gebruiker wordt gevraagd de verwijdering van records te bevestigen.

•Huidige tabel is de actieve tabel wanneer deze scriptstap wordt uitgevoerd.

•Met Tabel opgeven kunt u een tabel in het huidige bestand kiezen.

Waar de scriptstap wordt uitgevoerd	Ondersteund
FileMaker Pro	Ja
FileMaker Server	Gedeeltelijk
FileMaker Go	Ja
Custom Web Publishing	Gedeeltelijk
FileMaker WebDirect	Ja
Runtime-oplossing	Ja

Belangrijk U kunt de verwijdering van alle records niet ongedaan maken.

'Tabel afbreken' probeert alle records in de tabel te vergrendelen alvorens ze te verwijderen. Als 'Tabel afbreken' niet alle records kan vergrendelen (bijvoorbeeld als een record wordt bewerkt door een andere gebruiker), stopt deze en geeft deze een foutcode (die kan worden opgevraagd met de Get ( LaatsteFout ) functie).

Voor de verwijdering van een groot aantal records is deze scriptstap mogelijk sneller dan de Alle records verwijderen scriptstap.

•'Tabel afbreken' verwijdert geen gerelateerde records zelfs als de relatie is geconfigureerd om dit te doen (raadpleeg Relaties maken en wijzigen). Voor de verwijdering van gerelateerde records moet u 'Alle records verwijderen' gebruiken.

•'Tabel afbreken' vereist een account met de privilegeset Volledige toegang.

•'Tabel afbreken' verwijdert de inhoud van globale containervelden in de opgegeven tabel maar verwijdert niet de inhoud van andere typen globaalvelden.

•Als u Huidige tabel kiest en de actieve tabel bij de uitvoering van deze scriptstap komt uit een ODBC-gegevensbron, wordt 'Tabel afbreken' overgeslagen en geeft deze een foutcode. Als de actieve tabel uit een externe FileMaker-gegevensbron komt, wordt 'Tabel afbreken' normaal uitgevoerd.

•Scripts op een server en Custom Web Publishing voeren deze scriptstap uit alsof de optie Met dialoogvenster is ingesteld op Uit.

Alle records in de tabel Facturen worden verwijderd nadat de gebruiker is gevraagd deze actie te bevestigen.