Lay-outobjecten toegankelijk maken voor schermlezers
U kunt toegankelijkheidslabels toevoegen aan lay-outobjecten, waardoor uw database toegankelijk wordt voor hulpprogramma's zoals schermlezers.
Elk object kan aan een ander object worden gekoppeld als een toegankelijkheidlabel. Als bijvoorbeeld het object een tekstveld is waarin een klantnummergegevens in een bepaalde opmaak zijn opgeslagen, kunt u bijvoorbeeld dit opgeven:
•Titel: Klantnummer.
•Help: Unieke klantcode van vijf tekens, om klanten te vinden.
De gesproken tekst kan afkomstig zijn van een object in de lay-out, een eigen tekst die u opgeeft, of het resultaat zijn van een berekening.
Zo voegt u toegankelijkheidslabels toe aan lay-outobjecten:
1. Kies Weergave > Toegankelijkheidsinfo.
2. Selecteer een object in de lay-out.
3. Voer één van de volgende handelingen uit:
•Als u een ander object als toegankelijkheidslabel wilt opgeven, klikt u in het venster Toegankelijkheidsinfo bij Label op Klik om te selecteren en selecteert u daarna een ander object in de lay-out. De tekst van het object dat u hebt geselecteerd, verschijnt nu als het label in het venster Toegankelijkheidsinfo. Deze tekst zal worden voorgelezen wanneer het eerste geselecteerde object actief is.
•Als u voor een object een eigen tekst als toegankelijkheidslabel wilt opgeven, typt u in het vak
Titel de tekst die u voor het object wilt laten voorlezen of klikt u op
om een berekening op te geven voor de gesproken tekst. Raadpleeg
Het dialoogvenster Berekening opgeven.
Tip Als u een object als toegankelijkheidslabel opgeeft en ook tekst in het tekstvak Titel opgeeft, leest een schermlezer de tekst in het tekstvak Titel voor nadat de tekst van het object in de lay-out is voorgelezen.
4. Typ voor
Help een instructie voor het gebruik van het object of klik op
om een berekening voor de instructie op te geven.
Zo verwijdert u een toegankelijkheidslabel:
1. Kies Weergave > Toegankelijkheidsinfo.
2. Selecteer het object met het label dat u wilt verwijderen.
3. Voer de volgende handelingen uit:
•Als in de lay-out een ander object het toegankelijkheidslabel is, klikt u voor Label op X.
•Als het tekstvak Titel of Help tekst bevat, verwijdert u die tekst.
Opmerkingen
•Let op het volgende bij het schrijven van tekst voor toegankelijkheidslabels:
•Zorg ervoor dat de inhoud die u schrijft anders is dan de tekst in de lay-out, maar er toch verband mee houdt. Beeldt u zich in dat u het lay-outobject via de telefoon beschrijft. Stel uzelf bijvoorbeeld de vraag: welke informatie heeft de gebruiker nodig om een formulier correct in te vullen?
•Vermijd overtollige teksten. Herhaal niet zomaar de tekst die in de lay-out te zien is.
•Wees beknopt, maar geef extra informatie aan gebruikers door het doel van het object of de geavanceerde functionaliteit ervan te beschrijven.
•Schrijf beschrijvingen die bij de context passen.
•Voeg aan labelteksten interpunctie toe, zodat de schermlezer op de juiste posities een pauze inlast.
•Als een afbeelding in de lay-out tekst bevat, kunt u die tekst opnemen in het toegankelijkheidslabel. (Schermlezers kunnen immers geen tekst in afbeeldingen lezen.)
•Voeg geen label toe aan decoratieve objecten (visuele verbeteringen, decoraties of verfraaiingen) die alleen maar een esthetisch doel hebben en geen informatie bieden.