Beginselen van FileMaker Pro > Bestanden openen en sluiten > Bestanden opslaan en kopiëren
 
Bestanden opslaan en kopiëren
In FileMaker Pro worden wijzigingen aan gegevens automatisch opgeslagen en vastgelegd tijdens het werken. Om die reden is er geen menu-opdracht Opslaan voorzien. U kunt echter wel:
een kopie van uw bestand opslaan als reservekopie
een kloon van het bestand zonder gegevens opslaan.
Bij sommige acties wordt het bestand niet automatisch opgeslagen. Raadpleeg “Wat FileMaker Pro niet opslaat” voor meer informatie.
Zo maakt u een kopie of kloon van een databasebestand:
1. Kies Bestand > Kopie opslaan als.
2. Ga op de schijf naar de locatie waar u de kopie wilt opslaan.
3. Typ een bestandsnaam in de keuzelijst Bestandsnaam (Windows) of Opslaan als (macOS).
4. Selecteer in de keuzelijst Opslaan als (Windows) of Type (macOS) een van deze opties:
 
Kies
Om dit te doen
kopie van actief bestand
Het huidige bestand dupliceren.
gecomprimeerde kopie (kleiner)
Het bestand optimaliseren (lege ruimte verwijderen). Raadpleeg Een gecomprimeerde kopie opslaan.
kloon (geen records)
De tabellen, lay-outs, scripts, pagina-instellingen en velddefinities van een bestand zonder de gegevens opslaan.
zelfstandige kopie (één bestand)
Een kopie maken van het huidige bestand met alle containergegevens die zijn opgeslagen als een bestandsverwijzing of extern zijn opgeslagen (door zowel open als veilige opslag) die ingesloten zijn in het (de) containerveld(en) van het bestand.
Opmerking  Als u een kopie wilt maken van een bestand dat containergegevens bevat die extern zijn opgeslagen, kiest u zelfstandige kopie. De opties kopie van actief bestand en gecomprimeerde kopie kopiëren geen extern opgeslagen gegevens. Als u een van deze opties wilt gebruiken, dient u eerst gegevens in de containervelden in te sluiten. Raadpleeg Containervelden instellen om gegevens extern op te slaan voor meer informatie.
5. Klik op Opslaan.
Wat FileMaker Pro niet opslaat
FileMaker Pro slaat geen wijzigingen in de status van een bestand op als dat de enige wijzigingen zijn die u doorvoert wanneer het bestand is geopend. Dit zijn bijvoorbeeld enkele wijzigingen die niet worden opgeslagen:
Een andere record of lay-out weergeven
Records sorteren of een sorteervolgorde wijzigen
Zoekopdrachten uitvoeren zoals Zoeken, Alle records tonen of Records weglaten, of een zoekopdracht wijzigen
De statusbalk weergeven of verbergen
Als u bijvoorbeeld een bestand opent, records sorteert en daarna het bestand weer sluit, slaat FileMaker Pro de sorteervolgorde niet op. Als u echter een bestand opent, een nieuwe record toevoegt, daarna de records sorteert en vervolgens het bestand sluit, zal FileMaker Pro zowel de sorteervolgorde als de nieuwe record opslaan.
Opmerkingen 
FileMaker Pro slaat continu wijzigingen op in het RAM-geheugen of de cache van uw computer. U kunt het interval instellen waarmee FileMaker Pro uw werk opslaat. Raadpleeg Geheugenvoorkeuren instellen voor meer informatie.
U kunt ook opgeven wanneer FileMaker Pro wijzigingen moet opslaan door een script te maken (en vervolgens uit te voeren) dat de Cache naar schijf wegschrijven scriptstap bevat. Deze scriptopdracht verplaatst alles wat in het RAM-geheugen is opgeslagen, naar de vaste schijf.
Standaard slaat FileMaker Pro wijzigingen in het ontwerp van een lay-out niet automatisch op. Daarom is het aangewezen uw werk regelmatig op te slaan wanneer u in de lay-outmodus een lay-out ontwerpt. U kunt ook een voorkeur instellen zodat wijzigingen in de lay-out automatisch worden opgeslagen. Raadpleeg Wijzigingen in een lay-out opslaan en ongedaan maken voor meer informatie.
Als u meer controle wenst over het moment waarop recordgegevens worden opgeslagen, kunt u de optie Recordwijzigingen automatisch opslaan per lay-out uitschakelen. Raadpleeg De optie om records automatisch op te slaan inschakelen voor meer informatie.
De menuopdracht Kopie opslaan als wordt niet ondersteund in FileMaker Pro-databasebestanden die worden gehost door FileMaker Server.
Als u een waarschuwing ziet met de melding dat de containergegevens niet konden worden overgebracht wanneer u een zelfstandige kopie maakte, bekijkt u de informatie in het bestand Transfer.log in de map Documenten van de gebruiker.
Verwante onderwerpen 
Bestanden openen en sluiten
Gegevens opslaan, importeren en exporteren