Databases beveiligen > Toegang tot bestanden machtigen
 
Toegang tot bestanden machtigen
Binnen het kader van uw algemene beveiligingsplan kunt u bepalen of andere FileMaker Pro-bestanden geautoriseerd zijn om toegang te krijgen tot het schema in een bestand (inclusief de tabellen, lay-outs, scripts en invoerlijsten erin) in uw beveiligde oplossing. Wanneer beveiliging is ingeschakeld, is autorisatie vereist voordat het beveiligde bestand via een FileMaker-gegevensbron kan worden gebruikt. Daarom moet u in een oplossing met meerdere bestanden de andere bestanden machtigen.
Door beveiliging in te schakelen, kunt u bijvoorbeeld voorkomen dat iemand met een account in uw bestand een ander bestand maakt dat tabellen in uw bestand gebruikt, maar niet dezelfde bedrijfslogica (zoals dezelfde scriptactiveringen) implementeert. Door dit alternatieve bestand kan uw beoogde bedrijfslogica worden omzeild (hoewel toegang op recordniveau dan nog steeds zou worden afgedwongen). Door deze optie in te schakelen, voorkomt u ook dat ongeautoriseerde bestanden een beveiligd bestand openen met de scriptstap Bestand openen.
Aan elk geautoriseerd bestand is een uniek nummer toegewezen dat in het beveiligde bestand wordt bijgehouden, zodat het beveiligde bestand ook beveiligd is wanneer het wordt hernoemd of gekopieerd. Alle pogingen om de autorisatie te omzeilen, bijvoorbeeld doordat een geautoriseerd bestand door een ander bestand wordt vervangen, lopen op niets uit.
Een bestand beveiligen en andere bestanden autoriseren om er toegang toe te krijgen, is iets anders dan de recordgegevens van een bestand beveiligen en eventuele andere beveiligingsmaatregelen. Raadpleeg Beveiliging voor een bestand plannen.
Als u de toegang tot bestanden wilt beheren, moet u het bestand openen met een account waaraan de privilegeset Volledige toegang is toegewezen. Dit is de enige privilegeset die toestaat dat u wijzigingen aan privileges maakt in een bestand.
Zo verleent u een autorisatie voor bestandstoegang:
1. Open het bestand dat u wilt beveiligen.
2. Kies Bestand > Beheren > Beveiliging.
Als de basisbeveiligingsinstellingen in het dialoogvenster 'Beveiliging beheren' worden weergegeven, klikt u op Gedetailleerde instelling gebruiken.
3. Klik op het tabblad Bestandstoegang. Vervolgens:
 
Om dit te doen
Gaat u als volgt te werk
Dit bestand beveiligen tegen ongewenste toegang door andere bestanden
Schakel Volledige toegangsprivileges vereist om verwijzingen naar dit bestand te kunnen gebruiken in.
Als er op dat moment bestanden geopend zijn die verwijzen naar het beveiligde bestand, wordt voor elk bestand een waarschuwing weergegeven met de vraag of u het bestand een autorisatie wilt verlenen. Klik op Ja.
Machtiging van een bestand intrekken
Selecteer het bestand waarvoor u de machtiging wilt intrekken en klik vervolgens op Machtiging intrekken.
Als het bestand waarvan de machtiging is ingetrokken op een of meerdere clients is geopend, wordt het intrekken van de machtiging pas verwerkt wanneer het bestand de volgende keer wordt geopend.
Alle beperkingen voor de bestandstoegang verwijderen
Schakel Volledige toegangsprivileges vereist om verwijzingen naar dit bestand te kunnen maken uit.
4. Als u ook andere bestanden die op dat moment niet open zijn wilt autoriseren, klikt u op Autoriseren. Kies in het dialoogvenster Bestand openen het bestand dat u wilt autoriseren en klik op Openen.
Mogelijk wordt u gevraagd om een naam en wachtwoord op te geven van een account met privileges voor Volledige toegang.
Belangrijk  Als u een bestand dat verwijst naar een beveiligd bestand niet autoriseert, werken de verwijzingen niet meer.
Het geautoriseerde bestand verschijnt in de lijst Bestandstoegang, met de datum en tijd van autorisatie en de account waarmee de autorisatie is verleend.
5. Klik op OK wanneer u klaar bent.
Opmerkingen 
Als u een geautoriseerd bestand hernoemt terwijl het bestand is geopend, verschijnt de nieuwe naam naast de oorspronkelijke naam in de lijst Bestandstoegang. Als u bijvoorbeeld de naam van het bestand hebt gewijzigd van Verkooprapport in Directieverslag, verschijnt Directieverslag;Verkooprapport in de lijst.
Een beveiligd bestand behoudt zijn lijst met geautoriseerde bestanden als het bestand wordt gekloond of in een runtime-oplossing wordt opgenomen, zodat u dit proces niet hoeft te herhalen.
Dit kan handig zijn omdat u het machtigingsproces niet moet herhalen. Als u echter een kopie of kloon van een beveiligd bestand maakt, heeft elk bestand ook dezelfde ID. Als u beide bestanden in dezelfde oplossing met meerdere bestanden gebruikt, moet u de ID in een van de bestanden opnieuw instellen zodat elk bestand een unieke ID heeft. Als u de unieke ID van een beveiligd bestand opnieuw wilt instellen, klikt u achtereenvolgens op Alles resetten en Ja. Na het opnieuw instellen, moet u opnieuw een autorisatie verlenen aan alle bestanden die geautoriseerd zijn om toegang te hebben tot het beveiligd bestand en alle beveiligde bestanden waartoe het bestand toegang had.
Belangrijk  Het opnieuw instellen van de ID kan niet ongedaan worden gemaakt door te klikken op Annuleren in het dialoogvenster Beveiliging beheren.