Wanneer u in de relatiegrafiek met tabellen werkt, gebruikt u deze tabellen om de visuele weergave van uw gegevens te organiseren. Elke
vermelding van een tabel in de relatiegrafiek vormt een afzonderlijke weergave van uw gegevens. Wanneer u twee tabellen samenvoegt, gebruikt u de twee bestaande weergaven om een derde manier te vormen om uw gegevens weer te geven. Als u bijvoorbeeld een tabel Facturen hebt gemaakt, met een uniek factuurnummer en informatie over de klant, en daarnaast een tabel Artikelen waarin de orders voor elk artikel van elke factuur zijn opgeslagen, moet u een relatie tussen de twee tabellen definiëren als u gegevens uit de tabel Artikelen in de lay-out Facturen wilt weergeven.
Omdat elke relatie aanvullende criteria oplegt, moet u goed letten op de context in de relatiegrafiek. De context is het punt in de grafiek waaruit een relatie wordt geëvalueerd. Omdat een grafiek nooit een lus vormt, worden uw gegevens op elke positie in de grafiek telkens vanuit een ander perspectief bekeken.