Voor een bestand kunnen met privilegesets de volgende bewerkingen worden toegestaan of geweigerd:
|
|
|
|
|
Kies Exporteren toestaan.
Opmerking: Als u deze optie in Windows uitschakelt, beïnvloedt dit de ActiveX-automatisering niet. Als u deze optie in OS X uitschakelt, worden alleen Apple Events geweigerd die toegang krijgen tot gegevens, maar werken alle overige Apple Events normaal.
|
|
Kies Uitgebreide privileges beheren.
|
|
Kies Gebr. mag gegevensbevestigingswaarschuwingen negeren.
Opmerking Deze instelling wordt genegeerd wanneer een veld is gedefinieerd om het negeren van veldbevestigingen te verbieden (doordat het selectievakje Gebruiker toestaan om bevestiging te negeren tijdens gegevensinvoer is uitgeschakeld). Raadpleeg Veldbevestiging definiëren.
|
|
Kies Verbinding met server verbreken indien gebruiker niet actief is.
|
|
Kies Gebruikers toestaan om hun eigen wachtwoord te wijzigen.
|
|
Kies Moet worden gewijzigd om de <n> dagen en voer het aantal dagen in.
Opmerking Als u deze optie niet samen met de optie Gebruikers toestaan om hun eigen wachtwoord te wijzigen kiest, moet het wachtwoord worden gewijzigd met een account met privileges voor volledige toegang en niet met de account waaraan deze privilegeset is toegewezen. (In de meeste gevallen kiest u beide opties of geen van beide.)
|
|
Kies Minimumlengte wachtwoord en voer het aantal tekens in.
|
|
Kies bij Beschikbare menuopdrachten één van de volgende opties:
•
|
Alles zodat alle menuopdrachten beschikbaar zijn met uitzondering van opdrachten die met andere opties voor privilegesets zijn uitgeschakeld.
|
•
|
Minimum zodat geen menuopdrachten beschikbaar zijn met uitzondering van de opdrachten waarmee databasebestanden worden geopend, gesloten en gemaakt, tussen databasevensters wordt geschakeld, scripts worden uitgevoerd, FileMaker Pro Help wordt geopend of voorkeuropties worden gewijzigd.
|
|
Of raadpleeg Accounts maken en bewerken om de privilegeset aan één of meerdere accounts toe te wijzen.