Nieuwe functies in FileMaker Pro 13
FileMaker Pro 13 bevat de volgende nieuwe functies en verbeteringen.
Nieuwe lay-outstijlen en opslagmethode voor thema's
 •
Verbeterde opties voor het beheer van stijlen en thema's – Pas opmaakstijlen toe op lay-outobjecten, -onderdelen en -achtergronden om een consistente look voor al uw oplossingen te verkrijgen. Definieer aangepaste stijlen en sla ze op in thema's om wijzigingen aan de opmaak automatisch toe te passen, of importeer thema's uit andere bestanden. Raadpleeg Stijlen maken en ermee werken voor lay-outobjecten, -onderdelen en -achtergrond en Lay-outthema's opslaan en beheren.
 •
Verbeterde en nieuwe thema's – De bestaande 40 thema's zijn bijgewerkt om alternatieve stijlopties toe te voegen. Nieuwe thema's in de Aspiratie-familie bieden talrijke stijlopties voor extra veelzijdigheid. Raadpleeg Het thema van een lay-out wijzigen.
Verbeterde aanmaak van lay-outs
 •
Opnieuw ontworpen wizard Lay-out/rapport maken – Maak lay-outs en rapporten die zijn geoptimaliseerd voor de apparaten waarop ze zullen worden gebruikt, met vooraf gedefinieerde schermafmetingen, weergaven en thema's voor de weergave op een computer, iPhone en iPad, of voor het afdrukken in talrijke formaten. Raadpleeg Een lay-out maken.
Verbeterd gereedschap en verbeterde besturingselementen voor het ontwerp van lay-outs
 •
Beheer de zichtbaarheid van objecten – Verberg of toon lay-outobjecten door aan te geven of een object wordt verborgen of weergegeven afhankelijk van een specifieke voorwaarde of berekening. Raadpleeg Lay-outobjecten verbergen of tonen.
 •
Definieer velden in de lay-outmodus – Definieer velden in de lay-outmodus met behulp van het dialoogvenster Veldkiezer en sleep vervolgens de velden naar de lay-out. Raadpleeg Databasevelden definiëren.
 •
Schuifbesturingselementen – Maak schuifbesturingselementen voor meerdere panelen zodat u objecten kunt groeperen in afzonderlijke schuifpanelen. Raadpleeg Een schuifbesturingselement toevoegen.
 •
Popover – Maak popovers zodat u kunt werken met velden en andere objecten zonder naar een andere lay-out of ander venster te hoeven gaan. Raadpleeg Werken met popovers in lay-outs.
 •
Selecteer het type object – Gebruik de keuzelijst op het tabblad Uiterlijk van het Infovenster om objecten met meerdere onderdelen te selecteren en een stijl te geven (zoals portalen of schuifbesturingselementen). Raadpleeg De weergavestatus voor een object opgeven.
 •
Verbeteringen aan het ontwerp van lay-outs:
 •
Maak wijzigingen aan lay-outs ongedaan of voer ze opnieuw uit, zelfs nadat u de lay-out hebt opgeslagen of een voorbeeld van de lay-out in de modus Bladeren hebt bekeken. Raadpleeg Wijzigingen in een lay-out opslaan en ongedaan maken.
 •
Schermstencils bevatten nu afmetingen voor het 4-inch scherm van de iPhone 5. Raadpleeg Formaat van lay-outs bepalen voor verschillende apparaten.
 •
Toon of verberg pagina-einden in de lay-outmodus via Weergave > Pagina-einden. Raadpleeg Pagina-einden en -nummers definiëren.
 •
Verbeterde effecten voor lay-outobjecten:
 •
Schaduwen en opvulling – pas schaduwen en opvulling toe op objecten in het nieuwe onderdeel Geavanceerde afbeelding van het Infovenster. Raadpleeg Schaduwen en opvulling toevoegen aan lay-outobjecten.
 •
Nieuwe weergavestatussen voor objecten – De opvulling voor de huidige record in de Lijstweergave of een actieve portaalrij wordt door de weergavestatus Actief opgegeven. De primaire en alternatieve opvullingen in Lijstweergave of een portaal worden opgegeven door de primaire en alternatieve weergavestatussen. Raadpleeg De weergavestatus voor een object opgeven.
 •
Tekstvoetlijn – Nieuwe opties voor het wijzigen van tekstvoetlijnen zijn beschikbaar in het onderdeel Tekst (voorheen in het onderdeel Grafisch) in het Infovenster. Raadpleeg Randen, vulling en voetlijnen toevoegen aan velden.
 •
Lay-outachtergrond – Pas de lay-outachtergrond aan met schermvullende afbeeldingen, kleuren of overgangen. Raadpleeg Objecten, lay-outonderdelen of lay-outachtergrond opvullen met een kleurovergang en Objecten, lay-outonderdelen of lay-outachtergrond opvullen met een afbeelding.
 •
Verbeterde verplaatsing en aanpassing van de hoogte van objecten:
 •
Objecten dupliceren met “uitlijnen op” – Wanneer u sleept terwijl u Ctrl (Windows) of Option (OS X) ingedrukt houdt om een object te dupliceren, wordt het gedupliceerde object “uitgelijnd” op het raster, de hulplijnen of dynamische hulplijnen naarmate nodig blijkt. Raadpleeg Objecten kopiëren, dupliceren en verwijderen.
 •
Grootte van meerdere objecten aanpassen – De grootte van meerdere objecten aanpassen behoudt het verschil in de lengte of breedte van objecten, en de tegenovergestelde randen van de objecten blijven in dezelfde positie. Raadpleeg De grootte en vorm van objecten wijzigen.
 •
Dynamische hulplijnen – Dynamische hulplijnen verschijnen wanneer u de pijltoetsen op het toetsenbord gebruikt om objecten in een lay-out te verplaatsen. Raadpleeg Hulplijnen en dynamische hulplijnen gebruiken.
Samengebruiken en samenwerken
 •
Upload bestanden naar FileMaker Server – Upload FileMaker Pro-databases en extern bewaarde containergegevens naar FileMaker Server. Raadpleeg Bestanden uploaden naar FileMaker Server.
 •
FileMaker WebDirect ™ – Gebruik FileMaker WebDirect-technologie voor toegang tot lay-outs uit FileMaker Pro-databases in een webbrowser. FileMaker WebDirect-oplossingen worden gehost door FileMaker Server. Raadpleeg FileMaker WebDirect-handleiding.
Integratie met andere programma's en gegevensbronnen
 •
Verbeterde ondersteuning voor FileMaker Go – FileMaker Pro beschikt over nieuwe scriptstappen, functies en scriptactiveringen, alsook nieuwe lay-outthema's die zijn geoptimaliseerd voor iPad en iPhone en die het gebruik van FileMaker Go ondersteunen.
 •
Containervelden in ODBC en JDBC – Wanneer bestanden zijn ingevoegd in containervelden via ODBC of JDBC, kan FileMaker Pro de indeling van elk bestand detecteren op basis van de bestandsextensie. Raadpleeg FileMaker-naslaggegevens voor SQL.
 •
SQL-instructies – FileMaker Pro ondersteunt de syntaxis voor het opvragen van het bereik met de trefwoorden FETCH FIRST en OFFSET. Raadpleeg FileMaker-naslaggegevens voor SQL.
Verbeterde prestaties en bruikbaarheid
 •
Aan de slag-rondleiding – U kunt FileMaker Pro verkennen via deze interactieve rondleiding. Oefen het maken, wijzigen en verwijderen van records en leer meer over het zoeken van gegevenswaarden en sorteren van records, het weergeven van gegevens in grafieken en rapporten, en het importeren en exporteren van gegevens tussen bestanden. U maakt ook kennis met de uitgebreide functies van FileMaker Pro voor het maken van uw eigen oplossingen. Raadpleeg Leer meer over FileMaker Pro via het scherm Snel aan de slag met FileMaker.
 •
Verbeterde bruikbaarheid van iOS-apparaten – Veeg met twee vingers om naar het volgende of vorige record in FileMaker Go te gaan. Definieer tekst-, getal-, datum-, tijd- en tijdstempelvelden om een specifiek type toetsenbord te gebruiken waarmee u snel waarden kunt invoeren. Raadpleeg Een veld instellen om een toetsenbord weer te geven.
 •
Gegevens importeren vanaf een URL – U kunt een HTTP POST-verzoek gebruiken wanneer u een URL opgeeft voor de import vanaf een XML-gegevensbron. Daarnaast kunt u ook XML-gegevens importeren met de scriptstap Records importeren of Bestand converteren, of gegevens invoegen in een veld met de scriptstap Invoegen vanuit URL. Raadpleeg XML-gegevens importeren.
 •
Nieuwe badges in de lay-outmodus:
 •
De badge Badge van popover-knop op een lay-outobject geeft aan dat het object waarop de badge verschijnt een popover-knop is.
 •
De badge Badge van verborgen object op een lay-outobject geeft aan dat een berekening is opgegeven om het object te verbergen wanneer Weergave > Tonen > Voorwaarde verbergen wordt geselecteerd.
Raadpleeg Badges identificeren op lay-outobjecten.
 •
Huidige record in Lijstweergave – In Lijstweergave wordt de huidige record standaard aangegeven met een andere opvulling. Raadpleeg De huidige record selecteren en Formulier-, lijst- en tabelweergaven voor een lay-out instellen.
 •
Automatisch bijwerken van thema's – FileMaker Pro laadt de nieuwste versie van een thema wanneer u overschakelt naar de lay-outmodus, overschakelt naar een andere lay-out in de lay-outmodus, of het thema van de lay-out wijzigt. Tijdens het herstel van een bestand laadt FileMaker Pro dezelfde versie of een nieuwere versie van een thema. Raadpleeg Het thema van een lay-out wijzigen en Geavanceerde opties voor bestandsherstel instellen.
 •
Verbeteringen aan containervelden – Bij containervelden zijn de opslag van gegevens, het ophalen van de metagegevens van bestanden, en de prestaties verbeterd. Raadpleeg Containervelden.
 •
Beheer van bestandsversies – Voorkom dat een bestand wordt geopend met een versie van FileMaker Pro, FileMaker Go of FileMaker Server die ouder is dan de opgegeven versie. Raadpleeg Opties instellen voor bestanden.
 •
Resumeer gegevens als een lijst – U kunt een resuméveld gebruiken dat een lijst met waarden in een veld produceert op basis van meerdere records. Raadpleeg Resumévelden definiëren.
Scriptstappen, scriptactiveringen en functies
Scriptstappen
Verbeteringen aan scriptstappen
 •
Verbeteringen aan het dialoogvenster Script bewerken – De optie Bureaublad in de keuzelijst Compatibiliteit tonen is vervangen door Macintosh en Windows, waarbij het huidige besturingssysteem is geselecteerd. Raadpleeg Scripts maken en bewerken.
 •
Locatie van standaardmap – Wanneer u een script uitvoert dat een bestand op een gehoste oplossing maakt, is het pad en de locatie standaard ingesteld op de map Documenten. Dit is van invloed op de volgende scriptstappen: Records opslaan als PDF, Records opslaan als Excel, Records opslaan als link naar snapshot, en Records exporteren. Raadpleeg Records opslaan als Excel scriptstap, Records opslaan als PDF scriptstap, Records opslaan als link naar snapshot scriptstap en Records exporteren scriptstap.
 •
Verbetering aan de scriptstap Aangepast dialoogvenster tonen – U kunt een knoplabel maken op basis van een berekening. Raadpleeg Aangepast dialoogvenster tonen scriptstap.
 •
Compatibiliteit van scriptstap SQL uitvoeren – De scriptstap SQL uitvoeren is compatibel met FileMaker Server, FileMaker WebDirect, en Custom Web Publishing wanneer deze wordt uitgevoerd zonder een dialoogvenster. Raadpleeg SQL uitvoeren scriptstap.
Nieuwe scriptstappen.
 •
Invoegen vanaf apparaat – In FileMaker Go voegt u hiermee inhoud in een containerveld in vanaf de volgende bronnen: muziekbibliotheek, fotobibliotheek, camera, videocamera, microfoon en handtekening. Hiermee voegt u ook inhoud in een containerveld of een tekstveld in vanaf een streepjescodebron. Raadpleeg Invoegen vanaf apparaat scriptstap.
 •
Thema's beheren openen – Hiermee opent u het dialoogvenster Thema's beheren, waarin u nieuwe lay-outthema's kunt beheren of bestaande lay-outthema's kunt bewerken. Raadpleeg Thema's beheren openen scriptstap.
 •
Script op Server uitvoeren – Hiermee voert u een script op de server uit die het huidige bestand host. Raadpleeg Script op Server uitvoeren scriptstap.
 •
Object vernieuwen – Hiermee werkt u de inhoud, voorwaardelijke opmaak en zichtbaarheid voor het opgegeven object bij. Raadpleeg Object vernieuwen scriptstap.
 •
Scriptanimatie instellen – Hiermee schakelt u animaties in of uit wanneer een script wordt uitgevoerd. Raadpleeg Scriptanimatie instellen scriptstap.
 •
Uploaden naar FileMaker Server – Hiermee opent u het dialoogvenster Uploaden naar FileMaker Server. Raadpleeg Uploaden naar FileMaker Server scriptstap.
Scriptactiveringen
Nieuwe scriptactiveringen
 •
BijBewegingTikken – Zorgt ervoor dat een script wordt uitgevoerd wanneer een tikbeweging wordt gedetecteerd in een lay-out in FileMaker Go. Raadpleeg BijBewegingTikken scriptstap.
 •
BijWijzigenLay-outGrootte – Zorgt ervoor dat een script wordt uitgevoerd nadat de grootte van een lay-out of venster is gewijzigd vanwege het volgende:
- In FileMaker Go: het iOS-apparaat roteren, de statusbalk tonen of verbergen of wanneer een venster voor het eerst wordt geopend
- In FileMaker Pro en FileMaker WebDirect: de grootte van een lay-out of een venster wijzigen door interactie van de gebruiker, een scriptstap, het verbergen of tonen van de statusbalk of de opmaakbalk via menuopdrachten, snelkoppelingen of scriptstappen, of wanneer een venster voor het eerst wordt geopend.
Raadpleeg BijWijzigenLay-outGrootte.
Gewijzigde scriptactiveringen
 •
BijOverschakelenTabblad is nu genaamd BijOverschakelenPaneel. Raadpleeg BijOverschakelenPaneel.
Functies
Nieuwe functies
 •
Base64Decode – Geeft als resultaat containerinhoud van tekst die is gecodeerd in Base64-indeling. Raadpleeg Base64Decode functie.
 •
Base64Encode – Geeft als resultaat de inhoud van het opgegeven containerveld als tekst. Raadpleeg Base64Encode functie.
 •
Get (VerbindingsAttributen) – Geeft als resultaat de naam van de host van het huidige bestand en de naam van de certificeringsinstantie die het SSL-certificaat heeft uitgevaardigd om de verbinding te beveiligen. Raadpleeg Get ( VerbindingsAttributen ) functie.
 •
GetContainerAttribute – Geeft als resultaat de bestandsmetagegevens van het opgegeven containerveld. Raadpleeg GetContainerAttribute functie.
 •
Get (HuidigeTijdUTCMilliseconden) – Geeft als resultaat de huidige tijd in Coordinated Universal Time (UTC) tot op de milliseconde. Raadpleeg Get ( HuidigeTijdUTCMilliseconden ) functie.
 •
Get (Apparaat) – Geeft als resultaat een getal dat het type computer aangeeft waarop FileMaker Pro of FileMaker WebDirect momenteel wordt uitgevoerd, of het type iOS-apparaat waarop FileMaker Go momenteel wordt uitgevoerd. Raadpleeg Get ( Apparaat ) functie.
 •
Get (CoderingsStatus) – Geeft als resultaat een waarde die de huidige coderingsstatus van het bestand voorstelt. Raadpleeg Get ( CoderingsStatus ) functie.
 •
Get (TypeNetwerk) – Geeft als resultaat in FileMaker Go een getal dat het type netwerk aangeeft dat wordt gebruikt voor toegang tot het huidige bestand. Raadpleeg Get ( TypeNetwerk ) functie.
 •
Get (ToestandScriptanimatie) – Geeft als resultaat een waarde die aangeeft of animaties al dan niet zijn ingeschakeld voor het huidige script. Raadpleeg Get ( ToestandScriptanimatie ) functie.
 •
Get (BewegingsInfoActivering) – Geeft als resultaat in FileMaker Go details over de beweging die een BijBewegingTikken-activering heeft geactiveerd. Raadpleeg Get ( BewegingsInfoActivering ) functie.
 •
Get (VensterRichting) – Geeft als resultaat een waarde die de richting van het venster aangeeft waarop het script wordt uitgevoerd (niet noodzakelijk het voorgrondvenster). Raadpleeg Get ( VensterRichting ) functie.
Gewijzigde functies
 •
GetLayoutObjectAttribute(): isVoorsteDeelvensterMetTabblad is nu genaamd isFrontPanel; isObjectHidden geeft als resultaat 1 (Waar) als objectNaam is verborgen in een record. Raadpleeg GetLayoutObjectAttribute functie.
 •
Get (HuidigeTabbladActivering) is nu genaamd Get (HuidigePaneelActivering). Raadpleeg Get ( HuidigePaneelActivering ) functie.
 •
Get (DoelTabbladActivering) is nu genaamd Get (DoelPaneelActivering). Raadpleeg Get ( DoelPaneelActivering ) functie.
Gewijzigde en verwijderde functies
 •
Stijging in cachegrootte – De standaard cachegrootte is nu 128 MB.
 •
Instant Web Publishing – FileMaker Pro host niet langer databasebestanden via Instant Web Publishing. Gebruik FileMaker WebDirect of Custom Web Publishing waarvoor FileMaker Server is vereist. Raadpleeg Databases publiceren op het web.
 •
Ondersteuning voor invoegen van geluid in containervelden – Menuopdrachten die de opname van geluid in containervelden ondersteunen, zijn verwijderd uit FileMaker Pro. (Het invoegen van audio/video en QuickTime-bestanden wordt nog steeds ondersteund.)
 •
Exporteren en opslaan van records in de Excel-indeling .xls – FileMaker Pro ondersteunt niet langer het exporteren of opslaan van records in de Excel 95-2004 Workbook-indeling (.xls).
FileMaker Pro 13 Advanced
 •
Functie voor codering van databases – Codeer databasebestanden om ze te beschermen tegen onbevoegde toegang terwijl de bestanden worden bewaard op een schijf. Stel hiervoor in dat alle databaseclients gecodeerde databasebestanden moeten openen met het wachtwoord. Raadpleeg Databasebestanden coderen (FileMaker Pro Advanced).
Verwante onderwerpen 
FileMaker Pro-mogelijkheden per versie