Aangepast dialoogvenster tonen
Geeft een aangepast berichtdialoogvenster met aangepaste tekst en labels weer.
Zie ook
Opties
Algemene opties
- In het vak Titel geeft u de titel van het aangepaste dialoogvenster op. U kunt een letterlijke tekst invoeren, maar u kunt ook op Opgeven klikken als u een titel voor het dialoogvenster wilt laten berekenen.
- In het vak Bericht geeft u het bericht van het dialoogvenster op. U kunt een letterlijke tekst invoeren, maar u kunt ook op Opgeven klikken als u de tekst van het bericht wilt laten berekenen.
- In de velden voor de knoplabels geeft u (maximaal drie) knoppen op die in het aangepaste dialoogvenster worden weergegeven. Als u een labelveld voor een knop leeg laat, wordt deze knop niet weergegeven in het aangepaste dialoogvenster. Als u alle labelvelden leeg laat, verschijnt alleen de knop OK rechtsonder in het aangepaste dialoogvenster. Als u een knoplabel wilt maken op basis van een berekening, klikt u op Opgeven en geeft u de berekening op.
- De selectievakjes Gegevens vastleggen geven de invoer van het dialoogvenster door naar het doelveld of de variabele naargelang de actie van elke knop. Als een veld het doel is en geen velden in de lay-out actief zijn, worden de gegevens vastgelegd. Als een veld actief is, worden de gegevens vastgelegd wanneer de record wordt vastgelegd. Als het selectievakje niet is ingeschakeld voor een knop en gebruikers voeren gegevens in het invoerveld in, worden geen gegevens in de record vastgelegd of in de variabele opgeslagen wanneer gebruikers op de knop klikken.
Opties voor invoervelden
- Met Invoerveld weergeven <n> activeert u een invoerveld.
- Met Opgeven selecteert u het doelveld of de variabele voor de invoer.
- Wachtwoordteken gebruiken (*) maskeert tekst terwijl deze wordt ingevoerd of wanneer deze vanuit de database wordt weergegeven. Met deze optie verbergt u gegevens die worden ingevoerd of weergegeven in het aangepaste dialoogvenster, maar brengt u geen veranderingen aan in de feitelijke gegevens zoals deze in de database worden opgeslagen.
- Bij Label geeft u een label op (de tekst die deze invoer voor de gebruiker identificeert). U kunt de letterlijke tekst invoeren of een label laten berekenen.
Compatibiliteit
Product | Ondersteund |
FileMaker Pro | Ja |
FileMaker Go | Ja |
FileMaker WebDirect | Ja |
FileMaker Server | Nee |
FileMaker Cloud | Nee |
FileMaker Data API | Nee |
Custom Web Publishing | Nee |
Afkomstig uit versie
6.0 of lager
Beschrijving
Via het dialoogvenster ‘Opties "Aangepast dialoogvenster tonen"’ kunt u de titel van het dialoogvenster, de berichttekst en de knoppen instellen en maximaal drie velden of variabelen voor invoer of weergave opgeven. Het script blijft onderbroken zolang het aangepaste dialoogvenster op het scherm staat. Velden waarin gegevens moeten worden ingevoerd moeten van het type tekst, getal, datum, tijd, tijdstempel of container zijn. Variabelen die voor invoer worden gebruikt, slaan waarden als tekst op. Uw aangepaste dialoogvenster kan ook maximaal drie knoppen bevatten met eigen knoptitels.
Bepaal met de Get (KeuzeLaatsteBericht) functie op welke knop de gebruiker drukt.
- 1 voor de eerste knop (standaard de knop OK)
- 2 voor de tweede knop (standaard de knop Annuleren)
- 3 voor de derde knop
Opmerkingen
- Als de waarden die worden ingevoerd in de invoervelden niet overeenstemmen met het type doelveld, wordt een bericht over een valideringsfout weergegeven. De gebruiker kan dit dialoogvenster pas sluiten wanneer de valideringsfouten zijn opgelost. Raadpleeg Veldbevestiging definiëren.
- De doelvelden die u opgeeft, hoeven niet te verschijnen in de actieve lay-out. De invoervelden van Aangepast dialoogvenster tonen zijn onafhankelijk van lay-outs, net als bij de scriptstap Veld instellen.
- Er kunnen geen gegevens worden ingevoegd in berekening- of resumévelden.
- 'Aangepast dialoogvenster tonen' negeert alle opties voor veldinvoer. Raadpleeg Gegevensinvoer in velden toestaan of beletten.
- De gegevensinvoer via de scriptstap Aangepast dialoogvenster tonen is gebonden aan eventueel geldende criteria voor toegangsprivileges. (Als u het script wilt inschakelen voor alle gebruikers, klikt u met de rechtermuisknop op het huidige script in het scriptvenster en kiest u Volledige toegangsprivileges verlenen.
- (Windows) U kunt een sneltoets maken voor een knop op het aangepaste dialoogvenster door op de knoplabel voor de sneltoetsletter een en-teken (&) te plaatsen. Wanneer u bijvoorbeeld een sneltoets 'V' wilt maken (Alt-V) voor een knop met het label 'Voltooid', typt u het label '&Voltooid'.
- Voordat u de status voor vastleggen van gegevens van een knop wijzigt voor een database die al in gebruik is, moet u rekening houden met de werking die gebruikers al van de knop verwachten en de gevolgen die een verandering van de werking heeft voor gegevens die al dan niet zijn vastgelegd in de database.
- Wanneer u meer complexe eigen dialoogvensters wilt ontwikkelen, kunt u de Nieuw venster scriptstap gebruiken.
Voorbeeld 1
Dit voorbeeldscript voert een zoekopdracht uit: Als er geen records zijn gevonden, wordt een aangepast dialoogvenster weergegeven.
Zoekopdracht uitvoeren [Herstellen]
If [Get (GevondenTelling) = 0]
Aangepast dialoogvenster tonen ["Geen records gevonden."]
End If
Voorbeeld 2
Dit voorbeeldscript maakt een nieuwe record, vraagt de gebruiker gegevens in te voeren en gaat naar de lay-out Klantgegevens. De eerste knop is Annuleren zodat gebruikers niet per ongeluk een record maken door in het aangepaste dialoogvenster op Return of Enter te drukken.
Venster vastzetten
Nieuwe record/nieuw verzoek
Aangepast dialoogvenster tonen ["Nieuwe klant"; "Voer gegevens in de onderstaande velden in:"; Klanten::Bedrijf; Klanten::Naam; Klanten::Plaats]
If [Get (KeuzeLaatsteBericht) = 1]
Record/verzoek verwijderen [Met dialoogvenster: Uit]
Else
Ga naar lay-out ["Klantgegevens"]
End If
Voorbeeld 3
Dit voorbeeldscript opent de zoekmodus, vraagt de gebruiker om zoekcriteria op te geven en voert de zoekopdracht uit. Als de zoekopdracht geen records als resultaat oplevert, wordt de gebruiker gevraagd of deze nogmaals wil zoeken en wordt het script opnieuw uitgevoerd of wordt de uitvoering van alle scripts stopgezet.
Script: Zoeken
Ga naar Zoeken [Onderbreken: Uit]
Aangepast dialoogvenster tonen ["Klanten zoeken op nummer, naam of plaats:"; Klanten::Nummer; Klanten::Naam; Klanten::Plaats]
If [Get (KeuzeLaatsteBericht) = 1]
Zoekopdracht uitvoeren [ ]
If [Get (GevondenTelling) = 0]
Aangepast dialoogvenster tonen ["Geen records gevonden. Opnieuw zoeken?"]
If [Get (KeuzeLaatsteBericht) = 1]
#Roept dit script aan als een subscript
Script uitvoeren [Opgegeven: Uit lijst ; "Zoeken" ; Parameter: ]
Else
Alle records tonen
#Zet alle scripts en subscripts stop
Script onderbreken
End If
End If
Else If [Get (KeuzeLaatsteBericht) = 2]
Ga naar Bladeren [Onderbreken: Uit]
End If