Verschillen in werking

De volgende verschillen in werking bestaan tussen FileMaker Pro en FileMaker Go.

Modi

De modi Lay-out en Schermafdruk worden niet ondersteund in FileMaker Go. U kunt wel een schermafdruk van records verkrijgen door records als een PDF op te slaan en de PDF in FileMaker Go te bekijken.

Ontwerp van lay-outs

In FileMaker Go kunt u het volgende niet doen:

  • weergaven of lay-outs verwijderen

  • velden toevoegen of verwijderen

  • overschakelen naar lay-outs die niet worden weergegeven in het menu Lay-outs, tenzij u een navigatieknop beschikbaar stelt

  • invoerlijsten definiëren en toewijzen, tenzij ze worden gebruikt voor keuzelijsten en venstermenu's waarbij het bewerken van invoerlijsten is toegestaan

  • knopinfo weergeven

  • opvultekens zoals “...” weergeven in de namen van tabbladbesturingselementen

  • schaduwen op lay-outobjecten weergeven

Selectie van datum en tijd

U kunt geen seconden of fracties van seconden selecteren in FileMaker Go. Om seconden in te voeren, tikt u op pictogram Gegevens invoeren in de werkbalk totdat het toetsenbord wordt weergegeven. Voer vervolgens de tijd in.

Via een script verkregen tijden of berekende tijden worden op het apparaat als seconden weergegeven.

Eigen menu’s

Opmerking  Eigen menu's zijn beschikbaar wanneer de algemene voorkeur Geavanceerde tools gebruiken is ingeschakeld in FileMaker Pro.

In FileMaker Go kunt u het volgende niet doen:

  • de menuopdracht ‘Bestand sluiten’ verwijderen

  • eigen menuopdrachten toevoegen die niet aan bestaande FileMaker Go-menuopdrachten zijn toegewezen

  • de menuopdracht ‘Snel zoeken’ met eigen menu's negeren, hoewel u het gedrag van snel zoeken kunt negeren via het dialoogvenster ‘Eigen menu bewerken’ in FileMaker Pro 

Opmerking  Verwijderde menuopdrachten worden weergegeven maar zijn niet beschikbaar.

De volgende sneltoetsen en de standaard iOS- en iPadOS-sneltoetsen hebben voorrang op de sneltoetsen die u voor eigen menu's definieert. U kunt sneltoetsen in FileMaker Go gebruiken als u een extern toetsenbord hebt dat met uw iOS- of iPadOS-apparaat is verbonden of als u het Smart Keyboard hebt verbonden met uw iPad Pro.

Drukt u op deze toets

Om dit te doen

⌘-.(punt) of Esc

Een actief script stoppen

⌘-O

Het tabblad 'Recente bestanden' openen in het Startpaneel

⌘-Shift-O Het tabblad Hosts in het Startpaneel openen
⌘-Option-O Het tabblad 'Mijn apps' openen in het Startpaneel
⌘-1 tot en met ⌘-0 Eén van de eerste tien scripts in het menu Scripts uitvoeren
⌘-Option-E Record verwijderen zonder bevestiging
⌘-Option-W Alle bestanden en vensters sluiten
⌘-Q Alle bestanden en vensters sluiten
⌘-Option-P Records afdrukken zonder het dialoogvenster Printerinstelling

Afdrukken

  • De afdrukopties die u in FileMaker Pro voor een bestand instelt, zijn niet van invloed op de afdrukopties voor hetzelfde bestand in FileMaker Go, en omgekeerd.

  • Als u een lay-out wilt afdrukken waarbij nauwkeurige spatiëring belangrijk is, zoals labels of formulieren, geeft u marges op.

Lettertypen en tekststijlen

  • Lettertypen die niet door iOS of iPadOS worden ondersteund, worden omgezet naar ondersteunde lettertypen.

  • U kunt de volgende tekststijlen in FileMaker Go zien: vet, cursief, onderstreept, woord onderstreept, dubbel onderstreept, koppen, hoofdletters, kleine letters en doorgehaald. FileMaker Go biedt geen ondersteuning voor markeringen, gecomprimeerd, uitgestrekt, kleine hoofdletters, superscript of subscript.

gegevensinvoer

  • In de tabvolgorde worden alleen velden ondersteund. U kunt Tab en Return instellen, maar niet Enter, om naar het volgende veld te navigeren.

  • De instelling Autocorrectie werkt niet in tekstvelden waarvoor scriptactiveringen zijn ingesteld om toetsaanslagen vast te leggen.

  • Aziatische talen: de tekstrichting Naast elkaar wordt niet ondersteund. Input method editors (IME's) werken niet in tekstvelden waarvoor scriptactiveringen zijn ingesteld om toetsaanslagen vast te leggen.

  • Als een tekstveld zo is geconfigureerd dat het in FileMaker Pro als een kalender met keuzelijst wordt weergegeven, wordt het in FileMaker Go als een invoervak weergegeven.

Exporteren

  • Standaard wordt bij een handmatige export UTF-8 gebruikt, met uitzondering van XLSX die UTF-16 gebruikt.

  • U moet de scriptstap Records exporteren gebruiken om:

    • velden te selecteren die zich niet in de huidige lay-out bevinden

    • de tekenset van het uitvoerbestand te configureren

Containervelden

  • De opties Afbeeldingen en Interactieve inhoud onder Gegevens opmaken in het infovenster zijn niet van toepassing op containervelden in FileMaker Go.

  • Met FileMaker Go kunt u de gegevens van containervelden in lokale bestanden niet extern opslaan.

U kunt de scriptstap 'Invoegen vanaf apparaat' gebruiken om inhoud in een containerveld in te voeren vanaf een muziekbibliotheek, fotobibliotheek, camera, videocamera, microfoon of handtekening. Daarnaast kan deze scriptstap ook inhoud vanaf een bron voor streepjescodes invoeren in een containerveld of tekstveld. Raadpleeg FileMaker Pro Help.

Video en audio in containervelden afspelen

U kunt de volgende scriptstappen, functies en scriptactiveringen gebruiken om met media in FileMaker Go te werken:

  • Scriptstappen: AVPlayer Afspelen, AVPlayer Opties instellen, AVPlayer Afspeelstatus instellen

  • Scriptactiveringen: BijWijzigingAVPlayerObject, BijWijzigingAVPlayerBestand, BijExterneOpdrachtOntvangen

  • Functies: GetAVPlayerAttribute, Get (ActiveringExternEvenement)

Raadpleeg FileMaker Pro Help.

Gecodeerde bestanden

U kunt de bestandscodering niet in- of uitschakelen in FileMaker Go. Gebruik FileMaker Pro om codering in of uit te schakelen. Als u een gecodeerd bestand overbrengt naar een iOS- of iPadOS-apparaat, is het bestand nog steeds gecodeerd op het apparaat.

Opmerking  De coderingsfunctie in FileMaker Pro is beschikbaar wanneer de algemene voorkeur Geavanceerde tools gebruiken is ingeschakeld.

Zoomniveau

In FileMaker Go kunt u de afbeelding op het scherm vergroten tot wel 200%.

Sneltoetsen

U kunt sneltoetsen in FileMaker Go gebruiken als u een extern toetsenbord hebt verbonden met uw iOS-apparaat of het Smart Keyboard voor uw iPad Pro hebt bevestigd.

Als u een lijst met sneltoetsen voor veelgebruikte opdrachten wilt zien, houdt u op het toetsenbord de Command-toets ⌘ ingedrukt.

Raadpleeg Help voor een lijst met sneltoetsen die worden ondersteund in FileMaker Go.

Opgeslagen lokale bestanden

De bestanden die u lokaal opslaat, worden standaard weergegeven op het tabblad 'Mijn Apps', onder Op mijn iPhone, Op mijn iPad of Op mijn iPod en worden opgeslagen in de map 'Documenten'. Als u de bestanden in een tijdelijke map wilt opslaan, gebruikt u de scriptstap Variabele instellen om een variabele te maken om het pad van het uitvoerbestand en de bestandsnaam voor de scriptstap op te geven.

U kunt het volgende voorbeeld gebruiken om een e-mail te creëren met het vermelde bestand als bijlage.

Kopiëren
Variabelen instellen [$Output; Waarde: Get( TijdelijkPad ) & "voorbeeld.pdf"] Records opslaan als PDF [Met dialoogvenster: Uit; "$Output"; Records die worden doorgebladerd] Mail verzenden [Verzenden via e-mailclient; Met dialoogvenster: Uit; Aan: "linda@glolda.com"; Onderwerp: "Factuur"; Bericht: "Test"; "$Output"]

Externe toetsenborden

Bepaalde toetsaanslagen werken anders op sommige externe toetsenborden.

Sleutel

Reactie in FileMaker Go

De toets Eject (Uitwerpen)

Verbergt of toont het toetsenbord op het scherm

Pijltoetsen

Niet ondersteund voor invoerlijsten of datum-, tijd- en tijdstempelgegevens

De werking van scripts en functies

  • Als u een actief script wilt stoppen, tikt u op het scherm en bevestigt u dat u het script wilt stoppen. Als u geen keuze maakt, blijft het script in uitvoering.

  • Wanneer u schakelt naar een andere app, gaat FileMaker Go in een onderbroken toestand tenzij een audio- of videobestand wordt afgespeeld. Wanneer u naar FileMaker Go terugkeert, worden de app en scripts hervat vanaf het punt waar ze zijn onderbroken. Als bij gehoste bestanden de gegevens of het schema worden gewijzigd wanneer FileMaker Go onderbroken is, wordt de uitvoering van het script gestopt. In het andere geval gaat het script door.

  • Als u FileMaker Go gedurende langere tijd verlaat en iOS of iPadOS sluit de app geforceerd af, probeert FileMaker Go een sluimerstandbestand te genereren. Wanneer u FileMaker Go opnieuw start, wordt het sluimerstandbestand gebruikt om bestanden opnieuw te openen. Een sluimerstandbestand wordt niet gegenereerd wanneer een script waarin ‘Onderbreken door gebruiker toestaan’ op Uit is ingesteld, is uitgevoerd op het ogenblik dat u FileMaker Go hebt verlaten.

  • Standaard overschrijven scriptstappen die uitvoerbestanden maken geen bestaande bestanden. In plaats daarvan wordt een nummer toegevoegd aan het einde van elke bestandsnaam. De eerste keer dat u bijvoorbeeld de scriptstap ‘Records opslaan als PDF’ uitvoert voor een bestand met de naam Voorbeeld.fmp12, is de bestandsnaam van het uitvoerbestand Voorbeeld.pdf. De tweede keer dat u het script uitvoert, is de bestandsnaam Voorbeeld 1.pdf.

    Als u het uitvoerbestand door het nieuwe wilt vervangen in plaats van meerdere exemplaren te behouden, voegt u het bestandspad (bestandsnaam of filemac:bestandsnaam) aan het script toe. Als u bijvoorbeeld in het dialoogvenster 'Uitvoerbestand opgeven' file:Voorbeeld.pdf of filemac:Voorbeeld.pdf opgeeft telkens wanneer u het script uitvoert, wordt het bestand Voorbeeld.pdf in de map Documenten door het nieuwere bestand vervangen.