Staat de weergave van normale FileMaker-waarschuwingsberichten al dan niet toe.
Taken automatiseren met scripts
•Wanneer u Aan inschakelt, worden foutmeldingen van FileMaker Pro Advanced en sommige dialoogvensters onderdrukt. Als de foutcode 100 of 803 verschijnt, worden bepaalde standaarddialoogvensters voor bestanden niet weergegeven, zoals het dialoogvenster Bestand openen.
•Met Uit schakelt u de weergave van de foutmeldingen weer in.
Product | Ondersteund |
FileMaker Pro Advanced | Ja |
FileMaker Go | Ja |
FileMaker WebDirect | Ja |
FileMaker Server | Ja |
FileMaker Cloud-product | Ja |
FileMaker Data API | Ja |
Custom Web Publishing | Ja |
Runtime-oplossing | Ja |
FileMaker Pro 6.0 of lager
Gebruik deze scriptstap voor het onderdrukken van normale FileMaker-waarschuwingsberichten die worden veroorzaakt door latere scriptstappen zodat uw script fouten kan verwerken. Het is belangrijk dat u rekening houdt met alle mogelijke problemen en duidelijke aanwijzingen toevoegt voor gebruikers zodat ze weten wat ze moeten bij een fout.
Via Get (LaatsteFout) functie met bepaalde scriptstappen voor besturing kunt u controleren of de vorige scriptstap een fout gaf en kunt u gepast actie ondernemen.
•Gebruik de functie Get (LaatsteFout) meteen na de scriptstap die u wilt testen (de foutcode die u wilt afvangen, zou immers kunnen worden gewist door een succesvolle tussenliggende stap). Raadpleeg FileMaker-foutcodes.
•Wanneer Foutafvanging instellen wordt gebruikt in een script dat een subscript bevat, worden ook fouten in het subscript afgevangen.
•Scripts aan serverzijde en scripts uitgevoerd via Custom Web Publishing of de FileMaker Data API worden altijd gestart alsof 'Foutafvanging instellen' is ingesteld op Aan. Raadpleeg Scripts uitvoeren via FileMaker Server en FileMaker Cloud-producten.
In dit voorbeeld wordt een zoekopdracht uitgevoerd waarbij het dialoogvenster van de fout wordt onderdrukt als er geen records zijn gevonden.
Foutafvanging instellen [Aan]
Zoekopdracht uitvoeren [Herstellen]
Dit voorbeeldscript voert een zoekopdracht uit: als er geen fouten optreden, worden records gesorteerd. Als er geen zoekcriteria zijn opgegeven, worden alle records weergegeven. Als er geen records zijn die aan de zoekcriteria voldoen, wordt een aangepast dialoogvenster weergegeven.
Foutafvanging instellen [Aan]
Zoekopdracht uitvoeren [Herstellen]
If [Get (LaatsteFout) = 0]
Records sorteren [Herstellen; Met dialoogvenster: Uit]
Else If [Get (LaatsteFout) = 400]
Alle records tonen
Else If [Get (LaatsteFout) = 401]
Aangepast dialoogvenster tonen ["Zoeken"; "Geen records gevonden."]
End If