Geeft de naam van een venster op en maakt van dit venster het voorgrondvenster.
Taken automatiseren met scripts
•Met Huidig venster plaatst u het actieve venster van het bestand met het script op de voorgrond.
•Met Vensternaam geeft u op welk venster u op de voorgrond wilt plaatsen.
•Met Alleen huidig bestand beperkt u de overeenkomsten tot het huidige bestand (als u deze optie niet inschakelt, krijgt u alle beschikbare FileMaker Pro Advanced-bestanden als overeenkomst).
Product | Ondersteund |
FileMaker Pro Advanced | Ja |
FileMaker Go | Ja |
FileMaker WebDirect | Ja |
FileMaker Server | Ja |
FileMaker Cloud-product | Ja |
FileMaker Data API | Ja |
Custom Web Publishing | Ja |
Runtime-oplossing | Ja |
FileMaker Pro 6.0 of lager
Aangezien scriptstappen van FileMaker Pro Advanced altijd worden uitgevoerd op de tabel op de voorgrond, is het soms nodig een specifiek venster op de voorgrond te plaatsen. Gebruik deze scriptstap wanneer u werkt met scripts in bestanden met meer tabellen zodat u er zeker van bent dat een bepaalde scriptstap wordt uitgevoerd op de bedoelde tabel.
•In FileMaker WebDirect geeft deze scriptstap het opgegeven virtueel venster weer in het venster van de webbrowser. Het vorige virtuele venster blijft open wanneer het niet wordt weergegeven.
•In de FileMaker Data API en Custom Web Publishing maakt deze scriptstap van het opgegeven virtuele venster het voorgrondvenster. Het vorige virtuele venster blijft geopend.
•Bij de selectie van vensternamen wordt geen onderscheid gemaakt tussen hoofdletters en kleine letters. Deze scriptstap selecteert het eerste venster dat met de opgegeven naam overeenkomt en plaatst dit op de voorgrond.
•De scriptstap Venster selecteren opent geen venster van een gerelateerd bestand wanneer het gerelateerde bestand in een verborgen toestand is geopend, wanneer bijvoorbeeld een bestand wordt geopend omdat dit het bronbestand van een gerelateerd veld is. Als u de scriptstap Venster selecteren met dit type gerelateerd bestand wilt gebruiken, opent u het gerelateerde bestand met de scriptstap Bestand openen.
Een lay-out in het bestand Gegevensinvoer bevat bijvoorbeeld een gerelateerd veld uit het bestand Bedrijven. Wanneer deze lay-out wordt weergegeven, opent FileMaker Pro Advanced het bestand 'Bedrijven' in een verborgen toestand. Als u een nieuw venster wilt openen dat het verborgen gerelateerde bestand weergeeft, gebruikt u een script als:
Bestand openen [Verborgen openen: Aan; "Bedrijven"]
Venster selecteren [Naam: "Bedrijven"]
Als u het bestand weer in de verborgen toestand wilt plaatsen, voert u een scriptstap Venster sluiten [] uit om het geopende venster te sluiten.
•Met Venster selecteren kunt u een verborgen gerelateerd bestand zichtbaar maken als de scriptstap wordt uitgevoerd vanuit het verborgen bestand.
Dit voorbeeldscript selecteert het venster Facturen afdrukken. Als het venster Facturen afdrukken niet open is, maakt het voorbeeldscript een nieuw venster en gaat het naar de lay-out Facturen afdrukken.
Venster selecteren [Naam: "Facturen afdrukken"]
If [Get (LaatsteFout) = 112]
Nieuw venster [Stijl: Zwevend documentvenster; Naam: "Facturen afdrukken";
Met lay-out: "Facturen afdrukken" (Facturen)]
End If