FileMaker Pro Advanced gebruikt bepaalde standaardinstellingen om bestanden te herstellen. U kunt deze instellingen wijzigen wanneer u probeert een beschadigd bestand te herstellen.
Opmerking FileMaker Pro Advanced-runtime-toepassingen bieden geen ondersteuning voor geavanceerde functies voor bestandsherstel.
1. Kies Bestand > Herstellen.
2. Selecteer het bestand dat u wilt herstellen en klik op Selecteren.
3. Schakel in het dialoogvenster "Naam nieuwe herstelde bestand" de optie Geavanceerde opties gebruiken in.
FileMaker Pro Advanced geeft het dialoogvenster 'Geavanceerde herstelopties' weer, waarin de standaardherstelopties zijn geselecteerd (als dit dialoogvenster voor het eerst wordt weergegeven tijdens de actuele sessie van de toepassing) of de opties die het laatst tijdens de actuele sessie zijn geselecteerd.
4. Selecteer een optie voor de manier waarop FileMaker Pro Advanced het nieuwe bestand genereert.
Selecteer | Om dit te doen | Standaard |
Bestandsblokken als zodanig kopiëren | Alle bestandsblokken als zodanig naar het herstelde bestand kopiëren, wat inhoudt dat ook beschadigde blokken worden gekopieerd. | Uit |
Logische structuur kopiëren (gelijk aan Gecomprimeerde kopie) | Alle originele gegevens zonder controle van de blokken kopiëren en de structuur in het herstelde bestand opnieuw opbouwen. | Uit |
Blokken scannen en bestand opnieuw opbouwen (ongeldige blokken weglaten) | Alleen niet-beschadigde en niet-dubbele blokken opnemen in het herstelde bestand. | Aan |
Nadat het nieuwe bestand is gegenereerd, wordt het gescand en wordt er een nieuwe database opgebouwd volgens de opties die u selecteert in de volgende stap.
5. Selecteer een of meer aanvullende opties om te definiëren hoe de nieuwe database moet worden gescand en opgebouwd als het nieuwe bestand is gegenereerd.
Selecteer | Om dit te doen | Standaard |
Recordgegevens scannen en velden en tabellen opnieuw opbouwen | Het bestandsschema opnieuw opbouwen. Deze optie zorgt ervoor dat alle records en veldgegevens worden gescand. Opmerking Scanning van alle records en veldgegevens kan een tijd duren, maar het is de enige optie waarbij ontbrekende veld- of tabeldefinities opnieuw worden gemaakt. Als er velden of records zijn op ongeldige locaties in het bestand, kunt u deze alleen met deze optie zoeken en verwijderen. | Aan |
Scripts, lay-outs, enz. scannen en opnieuw opbouwen | De structuur van het bestand opnieuw opbouwen. Als de landinstellingen van in een bestand bewaarde thema's overeenkomt met de op de schijf geïnstalleerde thema's, werkt FileMaker Pro Advanced dezelfde versie of elke nieuwere versie bij van in een bestand bewaarde thema's. Vooraf gedefinieerde thema's en eigen thema's op basis van vooraf gedefinieerde thema's worden ook bijgewerkt. | Aan |
Veldindices opnieuw opbouwen en selecteer vervolgens Nu of Later | Veldindices opbouwen tijdens bestandsherstel, of later wanneer de indices nodig zijn. | Aan, Nu |
Instellingen in cache verwijderen | De laatst gebruikte instellingen verwijderen, zoals paginaopmaak, afdrukinstellingen, standaardinstellingen lay-outopmaak; en voor elke tabel in een bestand de import- en exportvolgorde, recente sorteerbewerkingen, recente zoekopdrachten, de laatste gevonden reeks en opties voor verzending van e-mail. (Maar alle opgeslagen zoekopdrachten worden hersteld.) | Aan |
Opstartscript en lay-out overslaan | Scripts of lay-outs overslaan die normaal wel worden gebruikt wanneer het bestand wordt geopend. (Alle scripts die in 'Bestandsopties' zijn gemaakt met de scriptactiveringen 'BijEersteVensterOpenen' of 'BijVensterOpenen' worden uitgeschakeld en FileMaker Pro Advanced maakt een lege lay-out waarin het bestand wordt geopend.) Bij deze optie wordt u aan het eind van het herstelproces gevraagd om een accountnaam en wachtwoord in te voeren die volledige toegang tot de database geven. | Uit |
Als u tijdens dezelfde sessie van de toepassing nog een bestand wilt herstellen met deze instellingen, schakelt u in het dialoogvenster "Naam nieuwe herstelde bestand" de optie Geavanceerde opties gebruiken in. Als u deze instellingen wilt wijzigen, houdt u in het dialoogvenster "Naam nieuwe herstelde bestand" de optie Geavanceerde opties gebruiken ingeschakeld en klikt u op Opgeven.
Als u wilt terugkeren naar de standaardinstellingen voor herstel van FileMaker Pro Advanced, schakelt u Geavanceerde opties gebruiken uit.
•Wanneer Opstartscript en lay-out overslaan is ingeschakeld, is overslaan niet toegestaan wanneer zich een of meer van de volgende situaties voordoen:
•een gebruiker slaagt er drie keer niet in zich aan te melden
•de accountcatalogus is beschadigd
•de account Admin ontbreekt in een runtime-versie van een bestand
•Als u de instellingen voor bestandsherstel wijzigt en overschakelt naar een script dat dialoogvensters overslaat, gebruikt FileMaker Pro Advanced de standaardopties voor bestandsherstel (in plaats van de opties die u instelt). Maar wanneer u teruggaat naar het herstellen van bestanden met dialoogvensters, worden de gewijzigde instellingen hersteld.
•Wanneer u alleen de lay-out wilt omzeilen om het bestand te kunnen openen, selecteert u de opties Bestandsblokken als zodanig kopiëren en Opstartscript en lay-out overslaan en laat u de andere opties uitgeschakeld.