Geeft als resultaat de hoogste geldige waarde in een veld.
Max (veld {; veld...})
veld
- elk gerelateerd veld, herhalend veld of elke reeks niet-herhalende velden; of een uitdrukking die als resultaat een veld, herhalend veld of een reeks niet-herhalende velden geeft.
Parameters tussen accolades { } zijn optioneel.
tekst, getal, datum, tijd of tijdstempel
FileMaker Pro 6.0 of lager
Veld
kan zijn:
•een herhalend veld (HerhalendVeld)
.
•een veld in overeenkomende gerelateerde records opgegeven met (tabel::veld)
, ongeacht of deze records wel of niet in een portaal verschijnen.
•verschillende niet-herhalende velden in een record (veld1;veld2;veld3...)
.
•overeenkomende herhalingen van herhalende velden in een record (HerhalendVeld1;HerhalendVeld2;HerhalendVeld3)
, mits het resultaat wordt gegeven met minstens hetzelfde aantal herhalingen.
•meerdere velden in de eerste overeenkomende record opgegeven met (tabel::veld1;tabel::veld2;...)
. U kunt velden opnemen uit verschillende tabellen (tabel 1::veld A;tabel 2::veld B...)
.
•Wanneer een veld waarnaar verwezen wordt een herhalend veld is, geeft de functie Max als resultaat de maximale waarde in het eerste herhalende veld, daarna de maximale waarde in het tweede herhalende veld, enzovoort.
•Als de parameters verschillende gegevenstypen zijn, converteren de functies Min en Max alle parameters naar getallen alvorens ze te vergelijken. Als alle parameters tekst zijn, vergelijken deze functies de parameters als tekst.
De lay-out Accounts heeft een portaal dat uitgevoerde termijnbetalingen weergeeft.
Max(Betalingen::Betalingsdatum)
geeft als resultaat de recentste datum waarop een betaling op een rekening is uitgevoerd.
In de volgende voorbeelden:
•bevat Veld1 twee herhalingen met de waarden 1 en 2.
•bevat Veld2 vier herhalingen met de waarden 5, 6, 7 en 8.
•bevat Veld3 de waarde 6.
Max (Veld2)
geeft als resultaat 8 wanneer de berekening geen herhalend veld is.
Max (Veld1;Veld2;Veld3)
geeft als resultaat 6, 6, 7, 8 wanneer de berekening een herhalend veld is.