Geeft als resultaat een nummer dat de actieve record in de huidige gevonden reeks voorstelt.
Get (ActieveRecordNummer)
Geen
getal
FileMaker Pro 17.0 Advanced
Het resultaat is het nummer van de huidige record dat wordt weergegeven bij de navigatieknoppen in de statusbalk. Het wordt bepaald door de relatieve plaats van de record in de gevonden reeks en kan veranderen afhankelijk van de zoekcriteria en de sorteervolgorde.
•Als u als resultaat een waarde wilt die een record in deze tabel uniek en permanent beschrijft, gebruikt u de Get (RecordID) functie.
Geeft als resultaat 4 als de vierde record in de gevonden reeks de focus heeft.
Neem aan dat u een portaal met records uit de huidige tabel hebt en dat u een knop in een portaalrij alleen wilt weergeven als de rij de actieve portaalrij is. (Deze situatie doet zich voor als de positie van de record in de huidige gevonden reeks identiek is aan het nummer van de actieve record.)
Selecteer de knop om de knop te verbergen wanneer de rij niet de actieve portaalrij is. Op het tabblad Gegevens van het infovenster typt u de volgende formule bij Object verbergen wanneer:
not (Get (RecordNummer) = Get (ActieveRecordNummer))
U kunt dit voorbeeld ook toepassen om een knop alleen weer te geven in de actieve record in de lijstweergave.
Raadpleeg Portalen voor lay-outs van het type master-details maken en Lay-outobjecten verbergen of tonen.