2. Klik in het infovenster op het tabblad Gegevens 
.
U kunt voor een veld opgeven of het mogelijk is om naar het volgende veld te gaan met de Tab-, Return- of Enter-toets, of een combinatie van die drie toetsen. Door meer toetsen in te stellen, kunt u de gegevensinvoer vereenvoudigen, met name voor velden waar u geen Tab- of Return-tekens hoeft in te voeren.
1. Selecteer in de lay-outmodus één of meer velden.
2. Klik in het infovenster op het tabblad Gegevens .
3. Selecteer in het gebied Werking voor Ga naar volgend object met de toets(en) die u wilt gebruiken om velden te verlaten.
•De meeste Windows-toetsenborden bevatten twee Enter-toetsen: één in het hoofdtoetsenblok van het toetsenbord en één in het numeriek toetsenblok. In FileMaker Pro Advanced werkt de Enter-toets van het hoofdtoetsenblok van het toetsenbord als Return-toets.
•Wanneer de Tab-toets is ingesteld om naar het volgende veld te gaan, kunt u nog steeds een tabteken in een veld invoeren door op Ctrl+Tab (Windows) of op Option-Tab (macOS) te drukken.