Geeft als resultaat een waarde die het gemiddelde is van alle geldige, niet-lege waarden in een veld.
Average (veld {; veld...})
veld
- elk gerelateerd veld, herhalend veld of elke reeks niet-herhalende velden; of een uitdrukking die als resultaat een veld, herhalend veld of een reeks niet-herhalende velden geeft.
Parameters tussen accolades { } zijn optioneel.
getal
FileMaker Pro 6.0 of lager
Veld
kan zijn:
•een herhalend veld (HerhalendVeld)
.
•een veld in overeenkomende gerelateerde records opgegeven met (tabel::veld)
, ongeacht of deze records wel of niet in een portaal verschijnen.
•verschillende niet-herhalende velden in een record (veld1 ; veld2 ; veld3 ;...)
.
•overeenkomende herhalingen van herhalende velden in een record (HerhalendVeld1;HerhalendVeld2;HerhalendVeld3)
, mits het resultaat wordt gegeven met minstens hetzelfde aantal herhalingen.
•meerdere velden in de eerste overeenkomende record opgegeven met (tabel::veld1;tabel::veld2;...)
. U kunt velden opnemen uit verschillende tabellen (tabel 1::veld A;tabel 2::veld B...)
.
•Wanneer een veld waarnaar verwezen wordt een herhalend veld is, geeft de functie Average als resultaat het gemiddelde van de waarden in het eerste herhalende veld, daarna het gemiddelde van de waarden in het tweede herhalende veld, enzovoort. Dus: ( 1+5+6 )/3=4;( 2+6 )/2=4;7/1=7;8/1=8.
Een tabel Student heeft een portaal waarin de uitslagen worden weergegeven voor alle proeven die een student heeft afgelegd. De proefuitslagen bevinden zich in een tabel Proeven.
Average(Proeven::Uitslag)
geeft als resultaat de gemiddelde uitslag van de student voor alle proeven die hij heeft afgelegd.
In de volgende voorbeelden:
•bevat Veld1 twee herhalingen met de waarden 1 en 2.
•bevat Veld2 vier herhalingen met de waarden 5, 6, 7 en 8.
•bevat Veld3 de waarde 6.
Average (Veld2)
geeft als resultaat 6,5 wanneer de berekening geen herhalend veld is.
Average (Veld1;Veld2;Veld3)
geeft als resultaat 4, 4, 7, 8 wanneer de berekening een herhalend veld is.