Om dit te doen | Drukt u op deze toets |
Een nieuw script maken | ![]() |
Een script opslaan | ![]() |
Het geselecteerde script in een nieuw tabblad openen | ![]() |
Het geselecteerde script in een nieuw venster openen | ![]() |
Het geselecteerde script uitvoeren | ![]() |
Het geselecteerde script opslaan en uitvoeren | ![]() |
Het geselecteerde script debuggen (FileMaker Pro Advanced) | ![]() |
Alle scripts opslaan en het geselecteerde script debuggen (FileMaker Pro Advanced) | ![]() |
Het huidige tabblad sluiten | ![]() |
Alle tabbladen sluiten | ![]() |
De Scriptwerkruimte sluiten | ![]() |
Gaan naar het volgende tabblad in het scriptbewerkingsvenster | ![]() |
Gaan naar het vorige tabblad in het scriptbewerkingsvenster | ![]() |
De geselecteerde scriptstap omhoog of omlaag verplaatsen in het script | ![]() ![]() |
Een opmerking aan een lege regel toevoegen | # |
Scriptstapopties Weergeven | + (plus) |
Navigeren doorheen de opties tussen haakjes in het scriptbewerkingsvenster | Pijl naar links, Pijl naar rechts, Tab, Shift-Tab |
Een scriptstapoptie selecteren wanneer deze actief is | Spatiebalk |
Alle scriptstapopties deactiveren | Esc |
Het geselecteerde script of de geselecteerde scriptstap verwijderen | Delete, Backspace |
Het geselecteerde script of de geselecteerde scriptstap dupliceren | ![]() |
De geselecteerde scriptstap uitschakelen (FileMaker Pro Advanced) | ![]() |
Het geselecteerde script afdrukken | ![]() |