Eigen functies importeren (FileMaker Pro Advanced)
Wanneer u een eigen functie
importeert, lost FileMaker Pro automatisch afhankelijkheden op wanneer eigen functies andere eigen functies aanroepen.
Zo importeert u eigen functies:
1. Open het bestand waarin u de eigen functies wilt importeren.
2. Kies Bestand > Beheren > Eigen functies.
3. Klik in het dialoogvenster Eigen functies beheren op de knop Importeren.
4. Open het bestand dat de eigen functies bevat die u wilt importeren.
5. Voer een accountnaam en wachtwoord in als u hierom wordt gevraagd en klik vervolgens op OK.
6. In het dialoogvenster Eigen functies importeren selecteert u de eigen functies die u wilt importeren.
7. Klik op OK.
Het dialoogvenster Importoverzicht verschijnt.
8. Klik op Logbestand openen om het importlogbestand weer te geven of klik op OK om het dialoogvenster Importoverzicht te sluiten.
Opmerking De eigen functie die u hebt geïmporteerd, verschijnt onder in de lijst. Als de functie volgens FileMaker Pro ongeldig is in de context van het doelbestand (er ontbreekt bijvoorbeeld een afhankelijke functie, een veld of een berekening in het doelbestand of de functie bevat een ongeldig veldreferentietype), wordt de geïmporteerde functie tussen commentaartekens geplaatst (/*
<functiedefinitie>*/). Raadpleeg
Afhankelijkheidsregels voor eigen functies (FileMaker Pro Advanced).
Opmerking Als u een importactie annuleert die nog niet was voltooid, moet u alle functies die waren geïmporteerd voordat u annuleerde, handmatig uit het doelbestand verwijderen.
Verwante onderwerpen