Om dit te doen | Gaat u als volgt te werk |
De opmaak of eigen stijl van alle statussen van een object of de opmaak toegepast op een lay-outgedeelte kopiëren | Selecteer het object of gedeeltelabel en klik vervolgens op rechts van de lijst met objecttypen (boven aan het tabblad). |
De opmaakkenmerken van de geselecteerde weergavestatus van een object kopiëren | Selecteer het object en kies de weergavestatus die u wilt kopiëren in de lijst met objectstatussen. Klik vervolgens op rechts van de lijst (boven aan het tabblad). Zie De weergavestatus voor een object opgeven voor meer informatie over het weergeven van toestanden. |
De opmaakkenmerken van de lay-outachtergrond kopiëren | Klik op een willekeurige plaats van de lay-outachtergrond om deze te selecteren en klik vervolgens op rechts van de lijst met objecttypen (boven aan het tabblad). |
Opmaakkenmerken plakken | Selecteer één of meerdere objecten en kies de weergavestatus waarop u de gekopieerde opmaakkenmerken wilt toepassen. (U kunt een andere weergavestatus dan de gekopieerde status kiezen.) Klik op rechts van de lijst met objectstatussen. |
De gekopieerde opmaakkenmerken of eigen stijl voor alle weergavestatussen van het object plakken | Selecteer één of meerdere objecten en klik vervolgens op rechts van de lijst met objecttypen. |
De gekopieerde opmaakkenmerken of eigen stijl van het lay-outgedeelte plakken of de opmaakkenmerken van de lay-outachtergrond plakken | Selecteer een gedeeltelabel of klik op een willekeurige plaats van de lay-outachtergrond om deze te selecteren. Klik vervolgens op rechts van de lijst met objecttypen. Opmerking U kunt de eigen stijl van een lay-outachtergrond niet plakken van de ene lay-out naar de andere. Alleen opmaakkenmerken kunnen worden geplakt. |
Als u opmaakkenmerken wilt toepassen op | Gaat u als volgt te werk |
Een enkel object of een lay-outgedeelte | Selecteer het object of de gedeeltelabel die u wilt wijzigen. |
Meerdere objecten | Sleep de pijlaanwijzer om een selectievak te maken rondom de objecten. Het selectiekader hoeft de objecten niet volledig in te sluiten. U kunt ook tijdens het slepen Ctrl (Windows) of Command (macOS) ingedrukt houden om te vermijden dat gedeeltelijk geselecteerde objecten in de selectie worden opgenomen. Of als u de gekopieerde opmaak afzonderlijk wilt toepassen op meerdere objecten, dubbelklikt u op het gereedschap Opmaak kopiëren/plakken om het te vergrendelen en klikt u op elk object terwijl u Shift ingedrukt houdt. Druk op Esc om het gereedschap Opmaak kopiëren/plakken te ontgrendelen en uit te zetten. |
Een lay-outachtergrond | Kies een andere lay-out in het venstermenu Lay-out en klik dan op de lay-outachtergrond. Voor de weergave van de nieuwe lay-outachtergrond moeten één of meerdere lay-outonderdelen transparant zijn. Raadpleeg Opvulling, lijnstijl en omlijning instellen voor objecten, lay-outgedeelten en lay-outachtergrond. |